In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Agenda
Herhaling eindwaarde van een rente
Leerdoel
Uitleg contante waarde van een rente
Aan de slag
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
De eindwaarde van een rente bij een positieve interestvoet is lager dan de som van de termijnen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quizvraag
De eindwaarde is hoger dan de som van de termijnen. Bij een positieve interestvoet krijg je een positieve interestvergoeding. Daarom zal de eindwaarde van de rente bestaan uit de som van de termijnen + de positieve rentevergoedingen.
Tiko stort jaarlijks te beginnen op 1 januari 2018 €2.000 op een rekening. De interestvergoeding is 6% SI p.j. De laatste storting doet hij op 1 januari 2025. Wat is de eindwaarde op 1 januari 2030?
Slide 3 - Open vraag
a = 1.06^5
r = 1.06
n = 8
S = 1.06^5 x (1.06^8-1)/(1.06-1) = 13.2450...
EW = S x €2000 = €26.490,09
Leerdoel
De contante waarde van een reeks gelijke bedragen berekenen op basis van samengestelde interest
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
De contante waarde van een rente
Wat is een rente op dit moment waard?
Rente = hele reeks stortingen gelijke bedragen met gelijke tussenruimte
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
De contante waarde van een rente
Carolina wil vanaf 2011 tot en met 2014 telkens op 1 januari een bedrag van €10.000 van haar spaarrekening af halen. Welk bedrag moet zij op 1 januari 2010 op haar spaarrekening storten om dit te realiseren? SI = 5%
Slide 6 - Tekstslide
Zie uitwerking op papier
Slide 7 - Tekstslide
Zie uitwerking op papier
Slide 8 - Tekstslide
Let op! tussendoor afronden kan een verschil opleveren in eindantwoord, rond nooit tussendoor af! tenzij aangegeven.
Kim wil vanaf 2031 tot en met 2040 telkens op 1 januari €18.000 van zijn spaarrekening afhalen. Om dat te kunnen realiseren wil Kim vanaf nu flink sparen. De samen gestelde interest bedraagt 6% per jaar. Wat is de contante waarde van deze rente op 1 januari 2030?
Slide 9 - Open vraag
a = 1/1.06^10
r = 1.06
n = 10
S = 1/1.0610 x (1.0610-1)/(1.06-1) = 7.360087051
CW = €18.000 x 7.360087051 = €132.481,57
Wat vindt jij van het gebruik van LessonUp tijdens de les?
Slide 10 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Aan de slag!
Maken + nakijken opdracht: 6.16, 6.18, 6.19 & 6.21