Leerjaar 1 les 1. Tijdsprong

Leerjaar 1 les 1. Tijdsprong
Maak van de tijdsprong

- Opdrachten sleutelbegrip
- Opdrachten tijdlijn
Lees leertekst tijdsprong op bladzijde 6 en 7
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Leerjaar 1 les 1. Tijdsprong
Maak van de tijdsprong

- Opdrachten sleutelbegrip
- Opdrachten tijdlijn
Lees leertekst tijdsprong op bladzijde 6 en 7

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
1.Je kan je inleven in het leven van jagers en verzamelaars
2.Ik kan uitleggen hoe we aan kennis komen over wat in het verleden is gebeurd.
3.Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen historie en prehistorie.
4.Ik kan 2 voorbeelden noemen van onderzoekstechnieken die we gebruiken om meer te weten over het verleden.
5.Ik kan de tijd van jagers en boerenplaatsen op een tijdbalk.

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Werkvorm ‘zou je overleven’?
Start tijdsprong
Aan de slag in SAGA

Slide 3 - Tekstslide

Zou je overleven?
Als je een bril of lenzen draagt

Slide 4 - Tekstslide

Je gaatjes in je tanden hebt gehad

Slide 5 - Tekstslide

Je weleens antibiotica nodig had

Slide 6 - Tekstslide

Je weleens een arm of been hebt gebroken

Slide 7 - Tekstslide

Je weleens in het ziekenhuis hebt gelegen

Slide 8 - Tekstslide

Hoe komen wij aan kennis voor het vak geschiedenis?
Wanneer begint het vak geschiedenis eigenlijk?
Waarom zou geschiedenis belangrijk zijn?
Heb je zelf al belangrijke dingen meegemaakt uit de geschiedenis?


Slide 9 - Tekstslide

Start tijdsprong

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
Maak van de tijdsprong:

- Opdrachten sleutelbegrip
- Opdrachten tijdlijn
Lees leertekst tijdsprong op bladzijde 6 en 7

1.Je kan je inleven in het leven van jagers en verzamelaars
2.Ik kan uitleggen hoe we aan kennis komen over wat in het verleden is gebeurd.
3.Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen historie en prehistorie.
4.Ik kan 2 voorbeelden noemen van onderzoekstechnieken die we gebruiken om meer te weten over het verleden.
5.Ik kan de tijd van jagers en boerenplaatsen op een tijdbalk.


Slide 11 - Tekstslide