Verzorgingsstaat

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Tot 1850 was NL nachtwakersstaat
Daarna verzorgingsstaat geworden met vier taken:
  1. verzorgen: kinderen gratis verzorgd, anticonceptie vanaf 21 niet, pensioen als je oud bent
  2. verzekeren: verzekert zijn tegen risico's in het leven zoals het verliezen van je baan
  3. verbinden: Young Hilversummers mensen verbinden dmv sport, kunst etc. want de overheid wil dat je begrip hebt voor elkaar en elkaar wil steunen
  4. verheffen: dmv onderwijs verheffen
Tegenover ieder recht staat een plicht!


Wat vind jij dat de overheid voor haar burgers moet regelen?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de doelen/functies van de verzorgingsstaat zou je niet kunnen uitleggen?
A
Verzorgen
B
Verbinden
C
Verheffen
D
Verbinden

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Verzorgen
Verzekeren
Verbinden
Verheffen
Riet (80) vindt het jammer dat men tegenwoordig niet meer bij elkaar op de koffie komt en voelt geen aansluiting meer bij haar buren. De gemeente subsidieert een buurthuis waar ouderen samen kunnen komen.
Joost is blij met zijn HBO-opleiding tot elektricien. Amir studeert rechten aan de Universiteit Utrecht.
Scholen moeten volgens de wet rolstoeltoegankelijk zijn.
Tijdens corona verloor Yaël haar baan bij de Nationale Opera. Gelukkig kreeg ze een uitkering.

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is dit een collectief goed?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is dit een collectieve dienst?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen collectief goed/dienst?
A
De A10 (snelweg)
B
Zorg in het Tergooi Ziekenhuis
C
De hockeyvelden van HMHC
D
De wijkagent

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek een plaatje op van een sociaal grondrecht (geen huis).

Slide 13 - Open vraag

Bijvoorbeeld en huis, want iedereen heeft recht op huisvesting. Huis mag nu niet meer!
Lees zelf in de Begrippenlijst:
5. Belastingen: inkomsten en vermogen.

Wat heeft dit begrip met kansenongelijkheid te maken?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Iets voor elkaar over hebben en voor het groepsbelang kiezen
We betalen allemaal belasting, ook voor dingen waar je niet direct gebruik van maakt
Zodat mensen bereidwillig zijn om belasting te betalen

Heb je het gevoel dat je alle begrippen uit deze les begrepen hebt?
A
Ja, ik denk het wel!
B
Ik vind het meeste nog wel lastig.
C
Nee, ik heb vragen over...
D
Ik zat niet op te letten.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar wil je nog extra uitleg over?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaat hier mis?
A
Er is vergrijzing
B
Er is geen solidariteit
C
Er is geen integratie
D
Er is preventie

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de vier taken van een verzorgingsstaat?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
2:00

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maatschappelijke positie

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zie powerpoint

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Zoek op wat de participatiewet is. Benoem eerst een argument voor en een argument tegen de wet, omschrijf daarna wat jullie eigen standpunt is.
timer
5:00

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Op het moment hebben we steeds meer ouderen in Nederland. In welk opzicht kan dit voor problemen zorgen in onze verzorgingsstaat? Je mag hier de begrippenlijst bij gebruiken.
timer
5:00

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Een voorbeeld van een preventiebeleid is het buurtvaders-project: dit zijn mannen die ervoor proberen te zorgen dat hangjongeren geen crimineel gedrag vertonen. Leg uit waarom dit een voorbeeld van preventie is en verzin zelf een nieuw voorbeeld.
timer
5:00

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

4. Vormen de mannen op de plaatjes denk je de doelgroep voor emancipatiebeleid? Leg uit waarom wel of niet.
timer
5:00

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

5. Lees het begrip globalisering. Leg uit waarom de volgende woorden hier bij passen: boze stikstofboeren, internationale topvoetballers, arbeidsmigranten, tiktok.
timer
5:00

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb je het gevoel dat je alle begrippen van Verzorgingsstaat goed begrijpt?
A
Ja, ik denk het wel!
B
Ik vind het meeste eigenlijk wel lastig.
C
Nee, ik heb nog vragen

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk(e) inzicht(en) neem je mee uit dit blokuur? Dingen die je aan het denken hebben gezet...

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar wil je nog extra uitleg over?

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies