3.1 Keuzes maken

3.1 Keuzes maken
@MixedSignalSociety
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3,4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.1 Keuzes maken
@MixedSignalSociety

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Leg uit wat het verschil is tussen de dominante cultuur en subcultuur.

Slide 3 - Open vraag

Verschil
Dominante cultuur hoort bij heel het land. Subcultuur hoort bij kleine groepen in een land.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat cultuur betekent.

A
Alle waarden, normen en gewoontes die mensen niet met elkaar delen
B
Elkaar imiteren in een bepaalde groep
C
Alle waarden, normen en gewoontes die mensen in een bepaalde groep met elkaar delen
D
Een politieke partij die probeert de verkiezingen te winnen

Slide 5 - Quizvraag

Politiek?

Slide 6 - Woordweb

Begrippen: 
  • Politiek
  • Ambtenaren
  • Overheid
  • Algemeen belang
  • Belasting / bezuiniging
  • Democratie
  • Referendum 
  • Volksvertegenwoordigers
  • Directe / indirecte democratie

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Politiek:
Het maken van keuzes en het nemen van beslissingen over hoe een land, een provincie of een gemeente bestuurd moet worden.

Slide 9 - Tekstslide

Politiek

Slide 10 - Woordweb

Algemeen belang: 
De politiek houdt zich bezig met zaken die voor veel mensen belangrijk zijn. 
Dit noemen we zaken die van algemeen belang zijn.

Denk bijvoorbeeld aan:
  • Onderwijs
  • Veiligheid
  • Zorg
  • Woningbouw
  • Wegen
  • Etc.

Slide 11 - Tekstslide

De overheid:
Ambtenaren:
Personen die werken voor de overheid.

Overheid:
Alle ambtenaren en politici samen.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Belasting: 
Wordt betaald door burgers en bedrijven
Bezuinigen:
Als de overheid besluit minder geld uit te geven.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Vuurwerk moet verboden worden:

Slide 16 - Poll

De doodstraf moet weer worden ingevoerd:

Slide 17 - Poll

Stemgerechtigde leeftijd van 18 naar 16:

Slide 18 - Poll

Directe democratie: 
Als burgers zelf mogen stemmen over een nieuwe wet of lastige politiek probleem.

Een voorbeeld hiervan is een referendum: een volksstemming over een belangrijk onderwerp. 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Indirecte democratie:
Het is onmogelijk om met 17 miljoen mensen over alles te stemmen.

Wij kiezen daarom volksvertegenwoordigers. Zij nemen namen ons de besluiten.

Dit noem je een indirecte democratie. 

Slide 21 - Tekstslide

Als de overheid meer geld nodig heeft dan kan het?
A
De belasting verhogen
B
Bezuinigen
C
De belasting verhogen & bezuinigen

Slide 22 - Quizvraag

De overheid bestaat uit?
A
Politici
B
Ambtenaren
C
Politici & ambtenaren

Slide 23 - Quizvraag

Noem iets dat van algemeen belang is:

Slide 24 - Open vraag

Leg uit waarom Nederland een democratie is:

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Maken:
  • 3.1 Keuzes maken
  • Maken
  • vraag 1 t/m 7 en samenvatting

Slide 27 - Tekstslide