H5.2 Wat wordt de prijs?

Hoofdstuk 5: Wat levert het op?
Dit heb ik klaar liggen:
  • pen, 
  • papier
  • rekenmachine 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5: Wat levert het op?
Dit heb ik klaar liggen:
  • pen, 
  • papier
  • rekenmachine 

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag

Huiswerk bespreken
Uitleg paragraaf 5.2 Wat wordt de prijs?
Huiswerk



Slide 2 - Tekstslide

Leren en maken: Hoofdstuk 5 paragraaf 1





Huiswerk 17 april 2021

Slide 3 - Tekstslide

Doel:
  • Je weet wat de inkoopprijs is.
  • Je weet wat de brutowinstopslag is.
  • Je kunt de verkoopprijs berekenen.
  • Je weet wat afzet en omzet is en je kunt de omzet berekenen.

Slide 4 - Tekstslide

Verkoopprijs = 
inkoopprijs + brutowinstopslag

Verkoopprijs = Het bedrag waarvoor een winkelier een product verkoopt.

Inkoopprijs =  De prijs die een winkelier betaalt voor een product dat hij later wil verkopen.

Brutowinstopslag = Het bedrag dat een winkelier bij de inkoopprijs optelt zodat hij zijn product voor meer geld verkoopt.







Slide 5 - Tekstslide

Opdracht verkoopprijs
Jan verkoopt games. De inkoopprijs van een game is € 20. Jacob berekent een brutowinstopslag van 60%.

Bereken de verkoopprijs.

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht brutowinstopslag
De game die je hebt gekregen, kostte € 62. De verkoper van de game kocht deze voor € 40 bij de groothandel.

Bereken de brutowinstopslag in Euro's.

Slide 7 - Tekstslide

Omzet = afzet × verkoopprijs

Afzet = Het aantal producten dat je verkoopt.

Omzet = De verkoopopbrengst. Het totale bedrag dat een bedrijf ontvangt door de verkoop van producten.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht afzet/omzet


In een dag verkoop je 20 games. De gemiddelde verkoopprijs per game is € 49,50 per stuk.

a) Wat is de afzet?
b) Wat is de omzet?

Slide 9 - Tekstslide

Leren en maken: Hoofdstuk 5 paragraaf 1 + 2





Huiswerk 18 mei 2021

Slide 10 - Tekstslide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 11 - Tekstslide