Les 1 - literatuur

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Les 1 - literatuur

Na deze les:

• Weet je wat we in periode 2 gaan doen
• Kies je een leesboek uit
• Heb je kennis gemaakt met beeldspraak
• Weet je wat een vergelijking is
• Weet je wat een personificatie is

Boek kiezen

Deze periode kiezen we een boek, waar je tijdens de toets een beoordeling voor moet schrijven aan de hand van de begrippen die we deze periode kiezen. Je krijgt zo een lijstje te zien met de boeken en een linkje met waar ze over gaan. Je kiest zo welke je gaat lezen. Dit boek heb ik de volgende les voor jou bij me.

Boek kiezen

Je krijgt zo de vraag welk boek je kiest, dus kijk hier goed naar!

Optie 1

Match: https://www.jeugdbibliotheek.nl/12-18-jaar/lezen-voor-de-lijst/15-18-jaar/niveau-1/match.html

Optie 2: 

100 uur nacht: https://www.jeugdbibliotheek.nl/12-18-jaar/lezen-voor-de-lijst/12-15-jaar/niveau-2/honderd-uur-nacht.html

Optie 3

Zonder titel: https://www.jeugdbibliotheek.nl/12-18-jaar/lezen-voor-de-lijst/12-15-jaar/niveau-2/zonder-titel.html

Optie 4

Alles is weg: https://www.jeugdbibliotheek.nl/12-18-jaar/lezen-voor-de-lijst/15-18-jaar/niveau-1/alles-is-weg.html

Optie 5

De jongen in de gestreepte pyjama: https://www.jeugdbibliotheek.nl/12-18-jaar/lezen-voor-de-lijst/12-15-jaar/niveau-3/de-jongen-in-de-gestreepte-pyjama.html

Optie 6

Iedereen krijgt klappen: https://www.jeugdbibliotheek.nl/12-18-jaar/lezen-voor-de-lijst/12-15-jaar/niveau-2/iedereen-krijgt-klappen.html

Welk boek kies je? Let op: je moet dit boek dus gebruiken voor de toets van periode 2!

Optie 1: Match

Optie 2: 100 uur nacht

Optie 3: Zonder titel

Optie 4: Alles is weg

Optie 5: De jongen in de gestreepte pyjama

Optie 6: Iedereen krijgt klappen

Beeldspraak: vergelijking en personificatie

- Bij beeldspraak gebruik je woorden in een
   figuurlijke betekenis. Je gebruikt dan een    beeld om te zeggen wat je bedoelt.
- Beeldspraak maakt een tekst mooier,
   duidelijker en krachtiger.

Vergelijking

In een vergelijking zet je twee dingen naast elkaar die op elkaar lijken. Je noemt beeld en werkelijkheid:
- De vijand kwam als een dief in de nacht
- Hij ging er als een haas vandoor
- Zij heeft een hart van goud
- Zijn huid rood is als een kreeft

Personificatie

Met een personificatie stel je een levenloos ding voor als een persoon:

- De zon streelde onze wangen.

- Het gevaar loerde op elke hoek van de 

   straat.
- Schreeuwende kleuren.

- De kamer ademt rust uit.

Huiswerk

In Teams of SOM vind je onder periode 2 een boekje waarin de theorie voor literatuur staat en een boekje waarin de opdrachten staan. Deze zijn per les aangegeven. Hiervan maak je:

De opdrachten van les 1 in je schrift!

Leer de theorie van les 1