Methodisch werken 1.3

Thema les

Maandag 31 Oktober
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema les

Maandag 31 Oktober

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kunnen veranderingen in de gezondheidstoestand van de zorgvrager optreden?
A
lichamelijk functioneren
B
geestelijk functioneren
C
sociaal functioneren
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

TEST JE KENNIS

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verpleeghuiszorg valt onder de intramurale zorg. Wat betekent intramurale zorg?
A
Zorg buiten de muren van een instelling
B
Zorg binnen de muren van een instelling
C
zorg voor ouderen
D
zorg in het algemeen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een blaasontsteking kan een delier veroorzaken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De PES staat voor:
A
probleem, ernst, situatie
B
probleem, oorzaak, symptoom
C
patiënt, ernst, status
D
probleem, oorzaak, SMART

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat SMART voor bij
doelstellingen?
A
Specifiek, meetbaar, alternatief, reel, tijd
B
Specifiek, Meetbaar, acceptabel, realistisch, tijd
C
Specifiek, makkelijk acceptabel, rust, tijd
D
Sportief, makkelijk, anders, randzaken, tempo

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de vitale functies?
A
Horen, zien, ruiken, voelen, proeven
B
Ademhaling, bloedsomloop, temperatuur, pijn en bewustzijn
C
Ademhaling, pijn, bewusteloosheid, bloedsomloop en temperatuur
D
Bloeddruk, ademhaling, temperatuur en pijn, bewustzijn

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer heb je koorts?
A
boven de 37 graden
B
boven de 38 graden
C
tussen de 37,6 en 38 graden
D
boen de 40 graden

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer zou de vitale waardes gemeten moeten/kunnen worden?
A
Bij opname
B
Bij verandering in de gezondheidstoestand
C
Voor een onderzoek
D
Voor of na een handeling

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een delier?
A
een vorm van dementie
B
een acute verwardheid die in een langzame tijd is ontstaan
C
een acute verwardheid die in een korte tijd ontstaat
D
depressieve gevoelens met suïcidale gedachten

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar wordt de PES formule voor gebruikt?
A
doelen maken
B
acties maken
C
ondersteuningsvraag formuleren

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen symptoom van een delier?
A
verwardheid en onrust
B
apathie
C
hallucinaties
D
somberheid

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer doe je aan risicosignalering?
A
Wanneer een zorgvrager in zorg komt en daarna eens per half jaar
B
Bij een 'niet pluis' gevoel of wanneer de gezondheidstoestand van de zorgvrager veranderd
C
A en B zijn beiden juist
D
A en B zijn beiden onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van onderstaande zinnen is een SMART-doel?
A
Help mij met de boodschappen
B
Ik wil zelfstandig boodschappen doen
C
Over 2 maanden koopt cliënt C zelfstandig haar boodschappen
D
Cliënt C koopt zelfstandig haar boodschappen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ondervoeding kan leiden tot verschillende gezondheidsproblemen bij een zorgvrager. Wat is een gevolg van ondervoeding?
A
De zorgvrager herstelt langzamer na een ziekte.
B
De zorgvrager heeft een verminderde spiermassa.
C
De zorgvrager heeft een verminderde immunologische afweer.
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 16 - Quizvraag

Ondervoeding heeft ernstige gevolgen voor de totale gezondheidstoestand van de zorgvrager. Het leidt tot langzamer herstel, meer en ernstigere complicaties, een verminderde spiermassa met als gevolg een afname van de algehele conditie en een verminderde hart- en longcapaciteit.
Ondervoeding vermindert de immunologische afweer en zorgt voor een verminderde wondgenezing, een verhoogde kans op de ontwikkeling van decubitus, een afname van de levenskwaliteit en een verhoogde mortaliteit. De genoemde complicaties van ondervoeding hebben onder andere een langere opnameduur (in een ziekenhuis) en een verhoogd gebruik van medicijnen tot gevolg, wat toename van kosten met zich meebrengt.
Ik heb de kennistoets
GOED GEMAAKT
GEMIDDELD GEMAAKT
SLECHT GEMAAKT

Slide 17 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

ZELFSTANDIG AAN DE SLAG

- Eindopdrachten 
- Boek Makers
- Uitwerken van Criteria 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies