Mens en natuur - Blok 3: Germanen, Vikingen en Monniken

Les 2
  • uitleggen waarom de Kerk machtig was en Clovis een christen werd.
  • opnoemen wat de belangrijkste taken van monniken waren.
  • twee redenen geven waarom de bevolking na 700 groeide.
  • uitleggen waarom de Vikingen op rooftocht gingen in Europa.






1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 2
  • uitleggen waarom de Kerk machtig was en Clovis een christen werd.
  • opnoemen wat de belangrijkste taken van monniken waren.
  • twee redenen geven waarom de bevolking na 700 groeide.
  • uitleggen waarom de Vikingen op rooftocht gingen in Europa.






Slide 1 - Tekstslide

De macht van de kerk
Vanaf 392 was het christendom de enige godsdienst in het West-Romeinse Rijk. De paus was de leider van ‘de Kerk’. De Kerk was rijk. Veel gelovigen gaven de Kerk land en kostbaarheden, omdat ze geloofden dat ze in de hemel kwamen als ze goed waren voor de Kerk. In de hemel komen was het allerbelangrijkste voor een christen.

Slide 2 - Tekstslide

Geestelijken 
De Kerk had veel invloed op belangrijke zaken in een koninkrijk. Dat kwam ook doordat alleen geestelijken konden lezen en schrijven. Geestelijken zijn mensen in dienst van de Kerk. Zij hadden veel kennis en mochten een koning advies geven bij belangrijke beslissingen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is geen geestelijke?
A
Monnik
B
Non
C
Priester
D
Boer

Slide 4 - Quizvraag

Heidenen 
De christenen vonden dat de Germanen heidenen waren, omdat zij niet het goede geloof hadden. 
De machtigste Germaanse leider, Clovis, vond het slim om christen te worden. Want dan kreeg hij de steun van de Kerk. Hij liet zich rond 500 samen met zijn drieduizend krijgers dopen. Door de steun van de Kerk werd hij koning van een rijk dat uiteindelijk het grootste koninkrijk van Europa werd: het Frankische Rijk.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn heidenen?
A
Vluchtelingen
B
Mensen zonder geloof
C
Mensen die geen christen zijn
D
Mensen die op de heide wonen

Slide 7 - Quizvraag

Waarom was de kerk zo machtig?

Slide 8 - Open vraag

Leven in een klooster 
Een klooster is een landgoed met vaak meerdere gebouwen. Hier wonen monniken -> Iemand die in een klooster woont en leeft in dienst van God. De monnik werkte de hele dag aan het overschrijven en versieren van de Bijbel.
Een groot deel van Europa was moeras, bos of veen, Moeilijk op te bouwen. Bouw van kloosters vaak met boeren om te ontginnen. 

Slide 9 - Tekstslide

Leven van een monnik 
De monniken waren een bijzondere groep geestelijken, want zij trokken zich terug uit de samenleving. Ze vulden hun dagen met bidden tot God, werken op het landgoed en het overschrijven van teksten.

Slide 10 - Tekstslide

Wat doet een monnik?
A
Monniken besturen
B
Monniken lezen en schrijven teksten over
C
Monniken bidden
D
Monniken bouwen

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Kerk 
Klooster 

Slide 13 - Tekstslide

De bevolking groeide 
700-> steeg het aantal mensen langzaam weer. In de tiende eeuw (900-1000) was de bevolking al zo gegroeid dat er veel landbouwgrond bij moest komen. In West-Europa begon toen de tijd van de grote ontginningen. Die tijd duurde tot ongeveer 1250. Vooral veel bos werd ontgonnen, ook veengebieden en moeras. 
Het lukte de boeren ook om de opbrengst van hun akkerland groter te maken. Ze gebruikten nu ijzeren ploegen  (beter omspitten dan houten ploegen). Ook gebruikten ze niet langer de os als trekdier, maar het paard. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Waardoor groeide de bevolking vanaf 700?

Slide 16 - Open vraag

Het drieslagstelsel 

Slide 17 - Tekstslide

Vikingen 
Na het jaar 700 werd het klimaat warmer en groeide de bevolking. De Germanen die in Scandinavië woonden, gingen op zoek naar meer landbouwgrond. Die Germanen heetten de Vikingen. De Vikingen waren goede krijgers en ze konden heel goed schepen bouwen.
Met hun snelle boten gingen ze op rooftocht door Europa. Naast land roofden ze ook kostbaarheden, zoals zilver en goud. Van ongeveer 800 tot 1000 plunderden ze kloosters, kerken en handelsplaatsen.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Waarom gingen de Vikingen op rooftocht door Europa?

Slide 20 - Open vraag