9/11 Lezen H1 + H2 + woordenlijst 1mh

dinsdag 9/11 1mh
  • Lezen H2
  • toets Lezen H1 + H2 + De Brug: dinsdag 16 november
  • nakijken blz. 55 opdracht 4 en 5 in werkboek
  • toets lezen voorbespreken
  • opdracht woordenlijst Nederlands 
  • einde lesuur: naar mediatheek
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

dinsdag 9/11 1mh
  • Lezen H2
  • toets Lezen H1 + H2 + De Brug: dinsdag 16 november
  • nakijken blz. 55 opdracht 4 en 5 in werkboek
  • toets lezen voorbespreken
  • opdracht woordenlijst Nederlands 
  • einde lesuur: naar mediatheek

Slide 1 - Tekstslide

nakijken en maken
  • nakijken blz. 55 opdracht 4 en 5

Slide 2 - Tekstslide

Woordenlijst opdracht 3
Lees de woorden op deze lijst een paar keer in stilte door. Probeer ze te onthouden met de betekenis. Je krijgt hier 6 minuten voor. Daarna overhoort je buurman/vrouw je om te kijken hoeveel woorden met betekenis je hebt onthouden.

Slide 3 - Tekstslide

Lezen H2: Alinea, deelonderwerp en tussenkopje
Een tekst is in stukjes verdeeld= alinea's
~> Belangrijkste informatie van een alinea staat vaak in de eerste of laatste zin.

Elke alinea gaat over een deelonderwerp: een onderdeel van het onderwerp
Soms gaan meerdere alinea's over 1 deelonderwerp
~> Deelonderwerp = onderwerp van 1 of meer alinea's

Hoe deelonderwerp vinden? Globaal lezen: eerste en laatste zin van alinea
lezen.

Slide 4 - Tekstslide

woordenlijst Nederlands

We lezen samen de woorden op de woordenlijst door. Daarna maken jullie een opdracht met deze lijst.



Slide 5 - Tekstslide

woordenlijst opdracht 2
Maak samen met je buurman/buurvrouw een zin met de eerste tien woorden op de lijst waaruit de betekenis van het woord blijkt. De eerste zin doen we samen. Je mag geen zin maken zoals: In het woordenboek staat dat.... betekent.

Slide 6 - Tekstslide

overige tijd: Kijken en luisteren H 1
Maken online startopdracht en opdrachten 1-3

Slide 7 - Tekstslide

Het onderwerp van een tekst

Slide 8 - Tekstslide

Het onderwerp  van een tekst
Een tekst gaat ergens over. Dat noem je het ONDERWERP van een tekst.
Wanneer je weet wat het onderwerp van een tekst is, begrijp je vaak de rest van de tekst ook beter.

Je vindt het onderwerp door de tekst oriënterend te lezen. (zie volgende dia)

Slide 9 - Tekstslide

oriënterend lezen
Bekijk de tekst, kijk en lees:
  • titel
  • tussenkopjes (titels boven tekstgedeeltes)
  • foto's/plaatjes (=illustraties)
  • anders gedrukte letters of woorden (vet, schuin, groot)
  • Lees de eerste alinea van de tekst en geef antwoord op de vraag: waarover gaat deze tekst?

Slide 10 - Tekstslide

Antwoorden in een hele zin!
Als je antwoord geeft op een vraag, willen we dat je antwoord geeft met een hele zin.

Voorbeeld: 
vraag: Wat is de lievelingswinkel van de schrijfster?
Incompleet antwoord: De HEMA.
Goed antwoord: Haar lievelingswinkel is de HEMA.

Slide 11 - Tekstslide