Er zijn verschillende manieren om aan te geven dat je iets in de toekomende tijd gaat doen.
Will:
• “zullen”
• Spontane (snelle) acties (Bijv. Hold on, I will do it!)
• Als het niet zeker is (Bijv. “I think Ajax will win.”)
• Weersvoorspellingen (Bijv. Tomorrow it will rain in the south.)
Am/are/is going to
• “gaan doen” / van plan zijn
• je ziet het bewijs (Bijv. “Look at those clouds! It’s going to rain!”)
am/are/is + werkwoord + ing (present continuous)
• dingen die geregeld zijn
• Bijv: “Next weekend I am giving my birthday party.”