M4 6.3 2324

Meld je aan bij LessonUp zodat je alle lessen kan nalezen: Klascode  thzrb
Meld je aan bij de Eindexamensite met klascode: YCWLT
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Meld je aan bij LessonUp zodat je alle lessen kan nalezen: Klascode  thzrb
Meld je aan bij de Eindexamensite met klascode: YCWLT

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning 
Examenvragen oefenen
Uitleg 6.3
Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Examen VMBO-KB, GL en TL
2017
geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL
Meerkeuzevragen

Slide 3 - Tekstslide


Welke uitspraak over de nieuwe Grondwet van 1848 is juist?
De voorzitter van de commissie die de nieuwe Grondwet van 1848 heeft geschreven, was een
A
feminist
B
katholiek
C
liberaal
D
socialist

Slide 4 - Quizvraag


Welke actiepunten horen bij de Eerste Feministische Golf? Vrouwen uit de Eerste Feministische Golf eisten
A
gelijke politieke rechten + herverdeling van huishoudelijke taken.
B
recht op abortus + toegang tot hoger onderwijs
C
herverdeling van huishoudelijke taken + kinderopvang.
D
toegang tot hoger onderwijs + gelijke politieke rechten.

Slide 5 - Quizvraag


Over welk grondrecht gaat de bron? En bij welke maatschappelijke stroming past de mening die in de bron beschreven is?
A
De bron gaat over het recht op onderwijs; de mening past bij de liberalen.
B
De bron gaat over het recht op onderwijs; de mening past bij de protestanten.
C
De bron gaat over vrijheid van onderwijs; de mening past bij de liberalen.
D
De bron gaat over vrijheid van onderwijs; de mening past bij de protestanten.

Slide 6 - Quizvraag


Op de tekening staan twee politieke leiders afgebeeld. Welke titel past bij de tekening?
A
Kuyper en Schaepman werken samen om confessionele doelen te bereiken.
B
Kuyper en Thorbecke werken samen om confessionele doelen te bereiken.
C
Schaepman probeert Kuyper tegen te werken omdat zijn politiek te christelijk is.
D
Schaepman probeert Thorbecke tegen te werken omdat zijn politiek te christelijk is.

Slide 7 - Quizvraag


Nederland heeft een Wetboek van Strafrecht.
Wie beslist of er nieuwe wetten of aangepaste wetten in dit wetboek worden opgenomen?
A
de officier van justitie
B
de Provinciale Staten
C
de regering
D
Het parlement

Slide 8 - Quizvraag



De Eerste Wereldoorlog (1914-1918)

Slide 9 - Tekstslide


Welk begrip hoort bij de bron?
A
bondgenootschappen
B
communisme
C
nationalisme
D
vijandbeeld

Slide 10 - Quizvraag


Namens welk land werd de toespraak gehouden? En in welk jaar hield de regeringsleider deze toespraak?
A
namens de Verenigde Staten in 1914
B
namens de Verenigde Staten in 1917
C
namens Rusland in 1914
D
namens Rusland in 1917

Slide 11 - Quizvraag



Het interbellum (1918-1939)

Slide 12 - Tekstslide


Welke begrippen passen bij het dagboekfragment?
A
censuur en persoonsverheerlijking
B
censuur en zuiveringen
C
showprocessen en persoonsverheerlijking
D
showprocessen en zuiveringen

Slide 13 - Quizvraag



De Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

Slide 14 - Tekstslide


Wie heeft de opdracht gegeven om deze poster te laten maken? En tegen welk bondgenootschap is de poster gericht?
A
de Duitse bezetter, tegen de As-mogendheden
B
de Duitse bezetter, tegen de Geallieerden
C
het Nederlandse verzet, tegen de As-mogendheden
D
het Nederlandse verzet, tegen de Geallieerden

Slide 15 - Quizvraag



Europa en de wereld (1945-1989)

Slide 16 - Tekstslide


Welk begrip past bij de bron?
A
collaboratie
B
collectivisatie
C
dekolonisatie
D
mobilisatie

Slide 17 - Quizvraag


Na de Tweede Wereldoorlog werden sommige staten in Europa satellietstaten genoemd.
Wat voor regeringen waren aan de macht in deze satellietstaten?
A
communistische regeringen
B
democratische regeringen
C
kapitalistische regeringen
D
liberale regeringen

Slide 18 - Quizvraag



De nieuwe wereldorde (vanaf 1990)

Slide 19 - Tekstslide


Welke combinatie van oorzaak en gevolg is juist?
A
oorzaak: glasnost gevolg: ineenstorting Oostblok
B
oorzaak: ineenstorting Oostblok gevolg: perestrojka
C
oorzaak: perestrojka gevolg: satellietstaten
D
oorzaak: satellietstaten gevolg: glasnost

Slide 20 - Quizvraag


Welk begrip hoort bij de bron?
A
multiculturele samenleving
B
poldermodel
C
secularisatie
D
verzorgingsstaat

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Deelvraag 
Hoe is de Europese Unie ingericht?
Op welke manier hebben burgers invloed in de EU? 


Slide 23 - Tekstslide

De Europese Unie
We kijken een video over de Europese Unie.

Noem vier belangrijke gebeurtenissen 
in de geschiedenis van de Europese Unie. 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Sleepvraag

Welvaart en veiligheid in de EU
  • Dankzij de EU hebben we een gemeenschappelijke handelsmarkt. Daardoor kunnen bedrijven hun producten makkelijker aan veel meer mensen verkopen.
  • EU-burgers kunnen in elk land wonen, werken en studeren.
  • In veel EU-landen kun je betalen met de euro.
  • Door de Europese samenwerking is de welvaart gestegen en is er al ruim 70 jaar vrede tussen de landen. 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Vluchtelingen, criminaliteit en milieu
De EU werkt niet alleen samen op economisch gebied. Zo bepalen ze bijvoorbeeld hoe:
  • vluchtelingen en asielzoekers moeten worden opgevangen.
  • internationale criminaliteit kan worden tegengegaan.
  • milieuproblemen kunnen worden aangepakt.

Slide 29 - Tekstslide

Het bestuur van de EU
We kijken naar vier belangrijke bestuursorganen van de EU:
  • de Europese Commissie.
  • de Raad van Ministers.
  • de Europese Raad.
  • het Europees Parlement.

Slide 30 - Tekstslide

Europese Commissie
De Europese commissie is het dagelijks bestuur van de Europese Unie (= vergelijkbaar met de regering)

                Elk EU-land levert één commissaris (een soort Europese
                minister). 

Slide 31 - Tekstslide

Raad van Ministers 
Raad met ministers die uit de regeringen van de EU-landen zelf komen.
  • Voor verschillende politieke thema’s zijn er verschillende raden. Zo is er bijvoorbeeld een raad voor financiën, economie en landbouw.
               Taak van een Raad van Ministers: Goedkeuren van                              wetsvoorstellen van de Europese Commissie.

Slide 32 - Tekstslide

Europese Raad
Raad waarin alle regeringsleiders bij elkaar zitten. Zij bepalen wat de EU moet doen met de belangrijkste onderwerpen.

Slide 33 - Tekstslide

Europees Parlement
In ieder EU-land worden (elke 5 jaar) parlementsleden voor het Europees Parlement gekozen.
               
               Het Europees Parlement heeft twee taken:
              1.  Stemmen over wetsvoorstellen van de Europese Commissie.                                 2. De Europese Commissie controleren. 

Waarmee kan je het Europees Parlement vergelijken als je naar de Nederlandse politiek kijkt? 

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Link

Slide 36 - Tekstslide

0

Slide 37 - Video

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Slide 40 - Tekstslide

Aan de slag! 
  • Lees de teksten, maak open- en gesloten vragen en kijk je werk na

Keuze
  • Maak de examentraining in je boek.
  • Oefen met www.eindexamensite.nl > oefen hele examens! 
  • Oefen de begrippen van Hoofdstuk 5 en Hoofdstuk 6 met Quizlet
  • Speel Europa Tycoon en stel je eigen ideale Europa samen
Meld je aan bij LessonUp zodat je alle lessen kan nalezen: Klascode  thzrb
Meld je aan bij de Eindexamensite met klascode: YCWLT

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Link

Slide 43 - Link