havo1 chap 3 HI vb toets

présence
ça va bien?
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

présence
ça va bien?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

qu'est-ce que nous allons faire?
1. présence     10
2. les tests à venir      5
3. bezittelijk voornaamwoord & les phrases-clés I     15
4. les devoirs      5
5. évaluation -> la fin     5

Slide 3 - Tekstslide

Objectif de ce cours
Je begrijpt het bezittelijk voornaamwoord
Je weet hoe je moet vertellen over je huis, waar je woont, je slaapkamer

Slide 4 - Tekstslide

Chapitre 3, EFGHI
- le vocabulaire EFG
- F les nombres de 20 jusqu'à 69
- H het bezittelijk voornaamwoord (mon, ma, mes etc.)
- I les phrases-clés

le 12 mars & le 15 mars
1x vocabulaire, grammaire, phrases-cles / 1x écouter/lire


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

le dernier cours (vorige les)
- PO uitgelegd
- hw was: zinnetjes I
- opdrachten bij I
- herhalen EFG

Slide 7 - Tekstslide

page 51

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

la télé
la chambre 
la maison 
la couleur préférée
la cuisine 
la voiture


la -> 
ma (mijn)
sa (zijn/haar)
ta (jouw)

ma chambre
sa maison
ta cuisine

Slide 11 - Tekstslide

l'appartement (m)
l'armoire (v)
l'étage (m)
l'ordinateur (m)
l'année (v)

l' -> 
mon (mijn)
son (zijn/haar)
ton (jouw)

mon appartement
mon armoire

Slide 12 - Tekstslide

le cadeau
le balcon
le jardin
le bureau
le mur
le lit

le -> 
mon (mijn)
son (zijn/haar)
ton (jouw)

mon bureau
son mur

Slide 13 - Tekstslide

les trucs (m)

les chaises (v)
les bureaux (m)
les murs (m)
les armoires (v)
les meubles (m)
les ->
mes (mijn)
ses (zijn/haar)
tes (jouw)

tes trucs
mes murs

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

voilà (mijn) chambre (v),
avec (mijn) bureau (m)
A
ma, ma
B
mon, mon
C
mes, ma
D
ma, mon

Slide 16 - Quizvraag

la maison
l'appartement
le jardin


les maisons
les appartements
les jardins
jullie: votre  - votre maison
onze: notre - notre maison
hun: leur - leur maison


jullie: vos maisons
onze: nos
maisons
hun: leurs maisons

Slide 17 - Tekstslide

dans (ons) maison il y a
(mijn) chambre
A
mon, son
B
notre, nos
C
notre, ma
D
notre, mon

Slide 18 - Quizvraag

Les devoirs
chapitre 3
apprendre: vocabulaire E, F, G
faire: la chanson (p53/118)

Slide 19 - Tekstslide

ça va?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Au revoir ! 

Slide 21 - Tekstslide

la roue de révision
classe 1

Slide 22 - Tekstslide

classe 1

Slide 23 - Tekstslide

révision classe 1

Slide 24 - Tekstslide