In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Je kunt het verschil tussen een cel een weefsel uitleggen aan een klasgenoot
đđđđđ
Slide 2 - Poll
Organisme
Orgaan
Weefsel
Cel
Slide 3 - Sleepvraag
cel
weefsel
orgaan
orgaanstelsel
organisme
Slide 4 - Sleepvraag
weefsel
weefsel
weefsel
weefsel
weefsel
orgaanstelsel
orgaanstelsel
cel
cel
cel
cel
cel
orgaan
orgaan
orgaan
orgaan
organisme
organisme
Slide 5 - Sleepvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Je kunt het verschil tussen een dierlijke cel en een plantaardige cel herkennen onder de microscoop
đđđđđ
Slide 9 - Poll
Is dit een dierlijke of een plantaardige cel?
A
Dierlijke
B
Plantaardige
Slide 10 - Quizvraag
Is dit een dierlijke of een plantaardige cel?
A
Dierlijk
B
Plantaardig
Slide 11 - Quizvraag
3 plastiden zijn?
A
bladgroen-, zetmeel-, waterpestkorrels
B
zetmeel-, waterpest-, kleurstofkorrels
C
kleurstof-, paprika-, zetmeelkorrels
D
kleurstof-, bladgroen-, zetmeelkorrels
Slide 12 - Quizvraag
Zijn in cel A plastiden aanwezig?
A
nee
B
ja, ÊÊn soort plastiden
C
ja, twee soorten plastiden
D
ja, drie soorten plastiden
Slide 13 - Quizvraag
Als een tomaat rijpt gebeurt er iets met de kleur, hij gaat namelijk van een groene naar een rode kleur. Een type plastide verandert in een andere type plastide.
Welk plastide was er eerst, en in welke plastide veranderd hij?
A
Van zetmeelkorrel naar kleurstofkorrel
B
Van kleurstofkorrel naar bladgroenkorrel
C
Van bladgroenkorrel naar kleurstofkorrel
D
Van bladgroenkorrel naar zetmeelkorrel
Slide 14 - Quizvraag
Wat zijn GEEN plastiden?
A
Bladgroenkorrels
B
Zetmeelkorrels
C
Cytoplasmakorrels
D
Kleurstofkorrels
Slide 15 - Quizvraag
Is dit een dierlijke cel of een plantaardige cel?
A
Dierlijke cel
B
Plantaardige cel
Slide 16 - Quizvraag
Wat is een uniek kenmerk van een plantaardige cel?
A
Heeft een celwand
B
Heeft een celkern
C
Heeft een vacuole
D
Heeft bladgroenkorrels
Slide 17 - Quizvraag
dierlijke cel
plantaardige cel
Slide 18 - Sleepvraag
Welke onderdelen tref je zowel aan in een plantaardige cel als een dierlijke cel? Sleep deze onderdelen naar het gele vak.
Deze onderdelen zitten zowel in een plantaardige cel als een dierlijke cel