H7 voorkennis + par.3

Welkom
Verdeel jezelf over het lokaal en log in op LessonUp. 

Wat heb je nodig op jouw tafel?
- Boek
- Schrift 
- Etui + rekenmachine 
- Laptop om in te loggen op LessonUp 


1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Verdeel jezelf over het lokaal en log in op LessonUp. 

Wat heb je nodig op jouw tafel?
- Boek
- Schrift 
- Etui + rekenmachine 
- Laptop om in te loggen op LessonUp 


Slide 1 - Tekstslide

Planning
1.    H7 par.2 (leerdoelen + huiswerk bespreken) 
2.   H7 par.3 interactieve uitleg 
3.   H7 par.3 aan de slag 
4.   Afsluiting (terugkoppeling leerdoelen) 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

H7 par.2 opgave 13
Deze landen zijn minder welvarend. De koopkracht van hun bevolking is laag.

Slide 4 - Tekstslide

H7 par.2 opgave 15
Bijvoorbeeld:
 - Nederland heeft door vergrijzing op den duur te weinig werknemers.
 - Nederlandse werknemers zijn te hoog geschoold voor sommige werkzaamheden.

Slide 5 - Tekstslide

H7 par.2 opgave 16
Het duurt lang voordat Europese regels voor alle lidstaten gelijk zijn.

Slide 6 - Tekstslide

H7 par.2 opgave 17
a Landen met lage tarieven voor vennootschapsbelasting moeten hun tarieven verhogen, waardoor er eerlijker concurrentie mogelijk is.
 b Nieuwsbericht:
  Multinationals sluiten gunstige belastingdeals af met sommige EU-landen. Dat verandert niet als de (officiële) tarieven veranderen.
  Eigen argument, bijvoorbeeld:
  Landen willen hun gunstige concurrentiepositie om bedrijven te lokken niet opgeven

Slide 7 - Tekstslide

H7 par.2 opgave 20
1) Lagere rente --> consumenten gaan meer lenen en minder sparen  de bestedingen nemen toe --> meer productie en werkgelegenheid (= economische groei).
 

2)  Lagere rente --> producenten gaan meer lenen om te investeren  meer productie en werkgelegenheid (= economische groei).

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoel 1: Ik weet welke afspraken er binnen de Europese Unie zijn.
A
Onvoldoende
B
Matig
C
Voldoende
D
Goed

Slide 9 - Quizvraag

Leerdoel 2: Ik weet waarom er verschillen zijn tussen EU-landen.
A
Onvoldoende
B
Matig
C
Voldoende
D
Goed

Slide 10 - Quizvraag

Leerdoel 3: Ik weet wat de taken van de Europese Centrale Bank zijn.
A
Onvoldoende
B
Matig
C
Voldoende
D
Goed

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

22a. Noem twee redenen waarom je producten bij een buitenlandse webshop zou bestellen.

Slide 13 - Open vraag

22b. Hoe hoog is de invoerbelasting in euro's?

Slide 14 - Open vraag

22b. Hoe hoog is de btw in euro's?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

27. In welk van onderstaande vier situaties wordt de verhouding tussen landen juist weergegeven?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 18 - Quizvraag

Welke redenen kan de Europese Unie hebben voor het nemen van protectiemaatregelen?
A
Beschermen van de concurrentie in de EU.
B
Beschermen van de import in de EU.
C
Beschermen van de productie in de EU.
D
Beschermen van de werkgelegenheid in de EU.

Slide 19 - Quizvraag

Een graan producerend land wil handels belemmerende maatregelen treffen. Zo wil het ervoor zorgen dat er meer graan overblijft voor de eigen bevolking. Op welke manier kan de regering van dit land dat doen?
A
Door het instellen van exportbelasting
B
Door het instellen van exportsubsidie
C
Door het instellen van importquota.
D
Door het instellen van invoerrechten

Slide 20 - Quizvraag

Als Nederland invoerrechten heft op spijkerbroeken uit Amerika, worden deze broeken ... voor consumenten in Nederland
A
Duurder
B
Goedkoper

Slide 21 - Quizvraag

Als de EU een importquotum voor staal invoert, is dat ... voor de werkgelegenheid in de Europese staalindustrie
A
Goed
B
Slecht

Slide 22 - Quizvraag

Exportsubsidies maken producten uit het eigen land ... voor buitenlandse afnemers.
A
Goedkoper
B
Duurder

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

28. Leg uit dat vrijhandel de welvaart van de consument kan laten toenemen.

Slide 25 - Open vraag

29. Wat moet er op plek a,b,c,d komen te staan?

Slide 26 - Open vraag

Na lang onderhandelen tussen de EU en ontwikkelingslanden is afgesproken onderlinge handel vrijer te maken. De EU moet daarom haar invoerrechten en exportsubsidies gaan aanpassen.
A
De invoerrechten van de EU moeten dalen.
B
De invoerrechten van de EU moeten stijgen.

Slide 27 - Quizvraag

Na lang onderhandelen tussen de EU en ontwikkelingslanden is afgesproken onderlinge handel vrijer te maken. De EU moet daarom haar invoerrechten en exportsubsidies gaan aanpassen.
A
De exportsubsidies van de EU moeten dalen.
B
De exportsubsidies van de EU moeten stijgen.

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Met welke stelling ben jij het eens?
A
Door het afschaffen van protectiemaatregelen kan de werkgelegenheid in Nederland toenemen.
B
Door het afschaffen van de protectiemaatregelen zal de werkgelegenheid in Nederland afnemen

Slide 30 - Quizvraag

Aan de slag
H7 par.3 opgaves 23 t/m 26 + 30

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Belasting op ingevoerde producten noem je ... of ... of ...

Slide 33 - Open vraag

Als er een maximum gesteld wordt aan het aantal in te voeren producten, heet dat ... of ...

Slide 34 - Open vraag

Bij een ... mogen er helemaal geen producten worden ingevoerd.

Slide 35 - Open vraag

Met ... krijgen bedrijven financiële steun van de overheid om hun producten goedkoper in het buitenland te verkopen.

Slide 36 - Open vraag