sparen of verzekeren

programma
Opening 
Sparen en verzekeren
Aan de slag!
Vragen
Afsluiting
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

programma
Opening 
Sparen en verzekeren
Aan de slag!
Vragen
Afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

leerdoelen
De leerling kan uitleggen...
... wat sparen is (banksysteem). 
... wat lenen en rente is. (enkelvoudig- en samengesteld rente)
... wat verzekeren is en hoe je wordt beschermd .

Slide 3 - Tekstslide

 sparen en lenen. 

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer je een deel van inkomen niet uitgeeft, noem je dat sparen.


Spaarmotieven (=redenen om te sparen):?
  • Sparen uit voorzorg
  • Sparen voor een grote aanschaf
  • Sparen voor de rente
  • Vermogen opbouwen voor later

Slide 5 - Tekstslide

opdracht 
  • Waarom leent de bank spaargeld uit aan investeerders en huizenkopers ?
  • Leg uit waarom de redding van de banken door de overheid erop neerkomt dat de Nederlandse bevolking de banken redt?
  • Geef twee spaarmotieven ?

Slide 6 - Tekstslide

 Lenen
Rente: bij sparen --> vergoeding die je krijgt voor het uitlenen                     van geld. 
Rentebij lenen --> vergoeding die je moet betalen voor het                         lenen van geld.
  1. Enkelvoudig rente     = rente over het beginkapitaal.
  2. samengesteld rente = rente over het beginkapitaal en de opgebouwde rente.

Slide 7 - Tekstslide

Enkelvoudige rente
Je hebt € 1.000 op je spaarrekening staan. Je krijgt 4% rente van de bank. Hoeveel euro rente heb je gekregen na 3 jaar als er sprake is van enkelvoudige rente?

  • € 1.000 x 0,04 x 3 = € 120

Slide 8 - Tekstslide

Rekenen met Samengestelde rente 
Anders dan bij enkelvoudige rente =
  • De rente wordt bijgeschreven op je rekening
  • Het jaar erna krijg je rente over je spaarbedrag en over de ontvangen rente ('rente op rente').



Kan ook € 1000 X 1.04^5 = 1216,65

Slide 9 - Tekstslide

Maak de opdrachten

2 t/m 4
blz 79

Slide 10 - Tekstslide

Verzekeren
De verzekeraar neemt de financiële gevolgen (risico) over van een schade van de verzekerde
Als de verzekerde schade heeft kan de verzekeraar een bedrag uitkeren. 
Verzekeraar = het bedrijf (verzekeringsmaatschappij).
Verzekerde = de klant.
Premie = bedrag wat je maandelijks betaald voor de verzekering

Slide 11 - Tekstslide

Soorten verzekeringen
  1. Aansprakelijkheidsverzekering.
  2. Reisverzekering
  3. Bromfiets- en motorrijtuigenverzekeringen
  4. Woonverzekering
  5. Zorgverzekering


Slide 12 - Tekstslide

Maak opdrachten
blz 81
7 t/m 9
Lees ook de bron 2 van blz 81. om vraag 9 te kunnen maken.

Slide 13 - Tekstslide

Samenvatting
We hebben geleerd...
... hoe enkelvoudig en samengesteld rente wordt berekend.
... wat de verschillende verzekeringen inhouden.
... hoe een verzekering je beschermt tegen risico.

Slide 14 - Tekstslide