In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Een artikel schrijven
Slide 1 - Tekstslide
DOELEN
Aan het einde van de les
- weet je hoe je een artikel moet schrijven (herhaling)
- kun je een artikel schrijven
Slide 2 - Tekstslide
Een artikel schrijven
In een informatief artikel geef je de lezer informatie
over een bepaald onderwerp
Slide 3 - Tekstslide
Waar lees je artikelen?
Slide 4 - Woordweb
Bekijk het
filmpje over
een artikel schrijven
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Wat zet je in de inleiding van een artikel?
Slide 7 - Open vraag
In de inleiding noem je het onderwerp van het artikel.
Zo schrijf je een artikel
Daarnaast kun je:
- de aanleiding vertellen (waarom je over het onderwerp schrijft, bijvoorbeeld: Tijdens de les Nederlands op maandag ... bespraken we met de klas ...)
- een voorbeeld geven van het onderwerp.
- een kort, grappig verhaaltje (anekdote) vertellen over het onderwerp.
- een vraag of vragen stellen die je in de tekst gaat beantwoorden.
Slide 8 - Tekstslide
Lees hierboven het begin van een artikel dat gaat over kindersloten die je op apparatuur kunt bevestigen.
Slide 9 - Tekstslide
Behoort alinea 2 tot
de inleiding of
het middenstuk?
A
de inleiding
B
het middenstuk
Slide 10 - Quizvraag
Alinea 1 en 2 behoren tot de inleiding.
De inleiding trekt de aandacht en leidt het onderwerp in.
In het middenstuk worden voorbeelden van beveiliging op apparaten genoemd.
Slide 11 - Tekstslide
Wat zet je in het middenstuk van een artikel?
Slide 12 - Open vraag
In het middenstuk behandel je het onderwerp van het artikel. In dit deel van de tekst staan de meeste elementen van de opdracht.
Schrijf over elk deelonderwerp één alinea.
Zo schrijf je een artikel
Schrijf de belangrijkste informatie over het deelonderwerp in de eerste zin. Ga op dezelfde regel verder en geef in de rest van de alinea voorbeelden of uitleg bij het deelonderwerp.
Je tekst wordt duidelijker als je in de eerste zin van een alinea
een signaalwoord gebruikt, zoals ook, ten tweede, bovendien.
Slide 13 - Tekstslide
Wat gebeurt er in het slot van een artikel?
Slide 14 - Open vraag
In het slot kun je:
Zo schrijf je een artikel
- de deelonderwerpen samenvatten.
- vertellen wat er in de toekomst
waarschijnlijk nog gaat gebeuren (toekomstverwachting).
- een conclusie trekken.
- een advies geven.
- een antwoord geven op de vraag/vragen die je in de inleiding hebt gesteld.
Je kunt in het slot een signaalwoord gebruiken, zoals dus, kortom, dat betekent.
Slide 15 - Tekstslide
Het is aan te raden eerst een schrijfplan te maken voordat je een artikel gaat schrijven
Zo schrijf je een artikel
Verder:
- Zorg je voor een passende titel.
- Schrijf je een artikel van minimaal 75 woorden.
- Gebruik je een logische volgorde.
- Zorg je voor samenhang in de tekst.
- Zorg je voor passend taalgebruik.
- Vermeld je jouw voor- en achternaam (en klas) onder het artikel.
Slide 16 - Tekstslide
Stappenplan
Slide 17 - Tekstslide
Klaar? Laatste check!
Controleer de inhoud: heb je alle informatie goed in de tekst staan?
Controleer het taalgebruik: kijk alle woorden en zinnen goed na en verbeter eventuele spelfouten. Gebruik een woordenboek als je niet weet hoe je een woord moet spellen. Let ook op leestekens.
Controleer de conventies (regels): zorg dat de indeling klopt en de tekst er verzorgd uitziet (witregels).
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Zelf aan de slag
Wat? schrijfopdracht artikel (over klimaat)
Wanneer? Deze les (volgende les bespreken we het)
Waarom? Je krijgt hier weer 0,5 punt op bij de toets van 27 januari.
Hoe? Zachtjes overleggen of in stilte.
Klaar? Maak een oefenexamen via de website oefenen.facet.onl (ga naar vo-toetsen en -examens, centrale examens en zoek dan op Nederlands. BB staat voor basis, KB staat voor kader)
Slide 20 - Tekstslide
Evaluatie
Aan het einde van de les
- weet je hoe je een artikel moet schrijven (herhaling)