Nieuwe Nederlanders

• Aardrijkskunde
• Basisschool
• Groep 8

Nieuwe Nederlanders

Aan het einde van de les kun je...

• Uitleggen welke groepen nieuwe Nederlanders er zijn en waar zij oorspronkelijk vandaan komen.
• Voorbeelden geven van hoe de Nederlandse cultuur beïnvloed is door immigranten.
• Het concept van een multiculturele samenleving beschrijven.
• Het belang van inburgering uitleggen en hoe dit bijdraagt aan samenleven in een multiculturele samenleving.
• Het verschil tussen mensen met een Nederlandse achtergrond en mensen met een migratieachtergrond definiëren.

Wat weet je al over de diverse groepen nieuwe Nederlanders?

De drie groepen nieuwe Nederlanders

• Immigranten uit vroegere koloniën
• Arbeidsmigranten
• Vluchtelingen

Invloed van immigranten op de Nederlandse cultuur

• Eten
• Feesten
• Religie

Multiculturele samenleving in Nederland

• Zichtbare aspecten van verschillende culturen
• Inburgering als belangrijke rol voor integratie

Betekenis van een migratieachtergrond

• Ten minste één ouder in het buitenland geboren
• Verrijking van Nederlandse cultuur

Begrippen

• Nieuwe Nederlanders: mensen met een migratieachtergrond die naar Nederland zijn gekomen en hier een nieuw bestaan opbouwen.
• Immigranten: personen die hun geboorteland hebben verlaten om zich permanent in een ander land te vestigen.
• Arbeidsmigranten: mensen die hun land verlaten om in een ander land te werken, vaak vanwege betere economische kansen.
• Vluchtelingen: personen die hun thuisland ontvluchten vanwege oorlog, vervolging of natuurrampen.
• Multiculturele samenleving: een samenleving waarin mensen vanuit verschillende culturele achtergronden samenleven.
• Inburgering: het proces waarbij nieuwkomers de taal leren en kennis opdoen over de samenleving om te integreren.
• Migratieachtergrond: wanneer ten minste één ouder van een persoon in het buitenland geboren is.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.