In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Hoe groot is onze wereld?
GT2
§7.1 Import of export?
§7.2 Wat doet de Europese Unie? deel 2
§7.3 Hoe rijk zijn wij?
§7.4 Eerlijk zullen we alles delen?
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
1. Bespreken opg. 19
2. Herhaling §7.2: Weet je het nog?
2. Afmaken opdrachten §7.2
3. Reflectie & afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Bespreken opg. 19 (blz. 193)
In de EU wonen 450 miljoen
mensen.
a Reken uit hoeveel procent
uit Nederland komt.
b Welke van de grootste landen hebben samen ruim 50% van de inwoners?
Slide 3 - Tekstslide
Bespreken opg. 19 (blz. 193)
a 17 miljoen = … % van 450 miljoen
dus:
deel ÷ geheel x 100%
Slide 4 - Tekstslide
Bespreken opg. 19 (blz. 193)
a 17 miljoen = … % van 450 miljoen
dus: 17 miljoen ÷ 450 miljoen × 100% = 3,77... --> 3,8 %
deel ÷ geheel x 100%
Slide 5 - Tekstslide
Bespreken opg. 19 (blz. 193)
In de EU wonen 450 miljoen
mensen.
a Reken uit hoeveel procent
uit Nederland komt.
b Welke van de grootste landen hebben samen ruim 50% van de inwoners?
Slide 6 - Tekstslide
Bespreken opg. 19 (blz. 193)
b
Slide 7 - Tekstslide
Bespreken opg. 19 (blz. 193)
b 50% van 450 miljoen = 450 miljoen ÷ 100 × 50 = 225 miljoen.
Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje hebben samen
(80,7 + 66,7 + 61,9 + 48,5) × 1 miljoen = 257,8 miljoen inwoners.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Bespreken opg. 19 (blz. 193)
In de EU wonen 450 miljoen
mensen.
a Reken uit hoeveel procent
uit Nederland komt.
b Welke van de grootste landen hebben samen ruim 50% van de inwoners?
Slide 10 - Tekstslide
Weet je het nog?
Slide 11 - Tekstslide
Wat is de eurozone?
A
Alle landen in Europa
B
Alle landen in de Europese Unie
C
Alle landen die betalen met de euro
Slide 12 - Quizvraag
Juist of onjuist? Binnen de EU is er 'vrij verkeer van personen'.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Als de wisselkoers van de € stijgt, dan ...
A
wordt de € duurder
B
dan wordt de € goedkoper
Slide 14 - Quizvraag
Juist of onjuist? Door vrijhandel wordt het goedkoper om producten te importeren.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Juist of onjuist? Binnen de EU is er sprake van protectie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Juist of onjuist? Door vrijhandel kunnen bedrijven hun producten makkelijker exporteren.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quizvraag
De EU heft invoerrechten op schoenen uit China. Wat gebeurt er met de prijs die jij voor deze schoenen betaalt?
A
prijs blijft gelijk
B
prijs hoger
C
prijs wordt lager
D
Slide 18 - Quizvraag
Kies in de volgende tekst telkens de juiste woorden:
Met invoerrechten maakt de overheid de ...1... (import/export) van buitenlandse goederen ...2... (goedkoper/duurder).
...1...
...2...
import
export
goedkoper
duurder
Slide 19 - Sleepvraag
Door invoerrechten kopen consumenten ...1... (meer/minder) producten uit ons eigen land. Dat is ...2... (wel/niet) goed voor de werkgelegenheid in Nederland.