In Judea werd ca. 4 v.Chr. Jezus van Nazareth geboren. Jezus trok mensen aan die hij een nieuw geloof leerde. Jezus stelde een nieuwe, betere tijd in het vooruitzicht, zonder Romeinse overheersing, waarin de relatie met God hersteld is. Jezus' joodse volgelingen zagen hem als de beloofde redder, de Messias, de zoon van God. Jezus' volgelingen noemden zichzelf christenen. Maar de joodse leiders en de meeste joden geloofden niet dat Jezus de langverwachte Messias was. De Romeinen waren de onrust die ontstond rondom Jezus onder de bevolking zat. Er zou nog eens een opstand van kunnen komen! Op voorstel van joodse hogepriesters werd Jezus daarom door de Romeinse bestuurder van Judea tot de kruisdood veroordeeld: de straf voor in opstand gekomen slaafgemaakten.