HAVO 5S - Clase 3_Periodo 3: Comprensión lectora - los conectores (27-01-2025)

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

              Startklaar

• Op je plek zitten 
• Telefoon in het Zakkie 
  
• Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
• Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 

1. Startklaar

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

Clase 3 del periodo 3

Comprensión lectora: los conectores

¡Bienvenidos!

            El programa de hoy

• Aprender/repasar los conectores españoles.
• Practicar la comprensión lectora.
• Hacer ejercicios acerca la comprensión lectora.

1. Startklaar

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

         Los objetivos

• Después de esta clase yo sé cómo los conectores están utilizados en textos españoles.
• Después de esta clase, yo puedo aplicar los conectores en tareas escritas.
• Después de esta clase, yo puedo leer textos de nivel A2.

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   

La comprensión lectora: los conectores

¿Qué son conectores?

Los conectores, también llamados conectores lógicos, discursivos u oracionales, son palabras, locuciones o expresiones que permiten señalar una relación semántica entre dos enunciados, oraciones o partes de un texto. Por ejemplo: por un lado, en suma, en cambio. Existen diferentes tipos de conectores y cada clase pone de manifiesto relaciones de diversa naturaleza, entre ellas, causa, contraste, consecuencia, adición, oposición, equivalencia. Por ejemplo: en efecto, así que, por eso, en primer lugar, por el contrario, sin embargo.

Fuente: https://www.ejemplos.co/100-ejemplos-de-conectores/#ixzz8yWdustNx

¿Cuáles son los conectores en neerlandés?

2. Voorkennis activeren

De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 

Algunos ejemplos en español

Abre la carpeta en Teams para más conectores

Además = bovendien

También = ook

Pero = maar

Sin embargo = echter

No obstante = desalniettemin

Por ejemplo = bijvoorbeeld

Aunque = hoewel; alhoewel

Porque = want; omdat

Como = zoals

Etc.

Ejemplos que hemos discutido en la clase de hoy

• No tengo mucho dinero, pero estoy feliz.
• He conseguido una buena nota, porque estudié bastante.
• Como tengo que trabajar mucho, no he tenido la oportunidad para relajarme.
• Sin embargo, con este dinero que cobro podré ir de vacaciones a un país exótico.

¡A trabajar/practicar!

Juntos en clase vamos a leer tres textos para practicar la comprensión lectora. Abre la carpeta Periodo 3 en Teams y luego haced clic a la carpeta que se llama ejercicios. 

Lo que necesitáis:

Diccionario/interglot

Hoja/Microsoft Word

Bolígrafo/lápiz.

La Navidad en España

las claves

1. A = En noviembre.
2. C =  Desde Nochebuena hasta el Día de Reyes.
3. A = En la Plaza Mayor.
4. C = Incontables.
5. B = La mañana del 25 de diciembre.
6. A = Para tener suerte los doces meses del año que comienza.
7. A = A medianoche al ritmo de campanadas.
8. B = La mañana del Día de Reyes.

¿Quién será Julieta?

las claves

1. A = Falso
2. C = Falso
3. A = Falso
4. C = Verdadero
5. B = Falso
6. A = Verdadero
7. A = Falso

La lista de la compra

las claves

1. A = falso
2. C = falso
3. A = verdadero
4. C = falso
5. B = falso
6. A = verdadero

          ¿Hay preguntas o dudas?

Tened en cuenta que este es el último periodo antes de los exámenes centrales en mayo. Para tanto el examen 710 como el examen central, necesitáis diccionarios. ¡Conseguidlos lo antes posible!

8. Afsluiting

De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

¡Hasta luego!