boek A, herhaling en oefenen vragen par 2.3 p69-71

boek A, herhaling en oefenen vragen par 2.3 p69-71
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

boek A, herhaling en oefenen vragen par 2.3 p69-71

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
*lezen
*oefenen vragen
*maken vragen
*bespreken vragen

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
Lees de leerteksten:
-'Opbouw van de aarde' p69
-'Bewegende aardkorstplaten' p70
-'Hoe aardbevingen onstaan?' p71

Slide 3 - Tekstslide

Oefenen vragen
gebruik je laptop

Slide 4 - Tekstslide

Hoe dik is de aardkorst ongeveer?
A
50 km
B
100 km
C
1000 km
D
5000 km

Slide 5 - Quizvraag

Hoe heet de aardkorstplaat waar Nederland op ligt? (Bron 21, p70)
A
Afrikaanse plaat
B
Euraziatische plaat
C
Noord-Amerikaanse plaat
D
Egeische plaats

Slide 6 - Quizvraag

Op welke manier bewegen aardkorstplaten niet?
A
Ze kunnen met elkaar botsen.
B
Ze kunnen langs elkaar schuiven.
C
Ze kunnen bij elkaar weg drijven.
D
Ze kunnen samen met elkaar naar beneden gaan.

Slide 7 - Quizvraag

Door het stromen van gesteente in de aardmantel bewegen aardplaten.
A
juist
B
niet juist

Slide 8 - Quizvraag

Welke zin klopt?
A
Aardbevingen komen overal op de wereld evenveel voor.
B
Aardbevingen worden veroorzaakt door het bewegen van aardkorstplaten.
C
De meeste aardbevingen komen voor op het midden van aardkorstplaten.
D
Het epicentrum van een aardbeving zit diep in de aardkorst.

Slide 9 - Quizvraag

Omdat Italië bij de rand van een aardplaat ligt, zijn er meer aardbevingen dan in Nederland?
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Bekijk bron 23 p 72. Welke antwoorden zijn juist?
A
De plaat aan de rechterkant is een plaat met oceaanbodem.
B
Twee aardkorstplaten botsen, waarbij de ene plaat onder de andere schuift
C
Vlak voor de kust van Chili zit er een soort ravijn/kloof in de oceaanbodem
D
Voor de kust van Chili drijven twee aardkorstplaten bij elkaar vandaan.

Slide 11 - Quizvraag

Hoe dichter bij het epicentrum hoe .......de trillingen van een aardbeving zijn.
A
sterker
B
zwakker

Slide 12 - Quizvraag

Maken vragen
-Doe de laptop weg.
-Maak de vragen van het M&M boek.

Slide 13 - Tekstslide

Maken vragen
Ga aan de slag met de onderstaande vragen:
paragraaf 2.3 vraag 2-8

Je werkt in tweetallen. Heb je een vraag kom je naar de docent toe.

Slide 14 - Tekstslide

Bespreken vragen
Controleer je gemaakte vragen aan de hand van het bord. Heb je antwoorden niet, schrijf ze over.

Als er niet genoeg tijd is, wordt het  nakijken huiswerk. De antwoorden staan dan in somtoday (bijlage).

Slide 15 - Tekstslide