8.1 Het werkt

Thema 8 
8.1 Het lichaam werkt
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 8 
8.1 Het lichaam werkt

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  • Leerdoelen
  • Uitleg 8.1
  • Vragen
  • Nabespreken
  • Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Welke organen zijn bij de wielrenner tijdens het fietsen actief?
Actief
Niet actief
Darmen
Hart
Longen
Maag
Spieren

Slide 3 - Sleepvraag

Wat is de taak van deze organen?
Ademhalen
Bewegen
Bloed vervoeren
Denken
Eten verteren

Slide 4 - Sleepvraag

Leerdoelen
  • Je leert welke orgaanstelsels je hebt.
  • Je leert hoe je spieren aan energie komen.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een orgaanstelsel?
  • Organen die samenwerken aan dezelfde taak vormen een orgaanstelsel
  • Spierstelsel laat je lichaam bewegen.
  • Verteringsstelsel maakt het voedsel klein zodat de voedingsstoffen in het bloed kunnen worden opgenomen. (Maag en darmen)
  • Bloedvatenstelsel vervoert voedingsstoffen, zuurstof en andere stoffen. (Hart en bloedvaten)

Slide 6 - Tekstslide

Hoe werken orgaanstelsel samen?

  • Via het verteringsstelsel komt glucose in het bloed.
  • Via het ademhalingsstelsel komt zuurstof in het bloed.
  • Het bloedvatenstelsel brengt de glucose en de zuurstof naar de spieren. 
  • Glucose levert de spieren energie om te kunnen samentrekken.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe komen spieren aan energie?
  • Verbranding is het stukgaan van glucose met behulp van zuurstof. 
Hoe werkt verbranding:
  1. Glucose en zuurstof gaan uit het bloed de spiercel in.
  2. In de spiercel gaat glucose stuk met behulp van zuurstof. De energie uit glucose komt vrij.
  3. Er ontstaan twee afvalstoffen:                                                                                            koolstofdioxide en bloed. Deze                                                                                    afvalstoffen gaan naar het bloed.

Slide 8 - Tekstslide

Afvalstoffen kwijtraken

Slide 9 - Tekstslide

Noem een orgaanstelsel en de bijbehorende organen.

Slide 10 - Open vraag

wordt ver-voerd naar de cellen
daardoor kun je bewegen

longen: inademen

longen: uitademen

spierstelsel

verteringsstelsel
huid/longen/nieren

bloedvatenstelsel

Slide 11 - Sleepvraag

Nabespreken
  • Je leert welke orgaanstelsels je hebt.
  • Je leert hoe je spieren aan energie komen.

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk
Leren en maken 8.1

Slide 13 - Tekstslide