Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Chapitre 5 Passé Composé en Voorzetsels bij landen en plaatsen/ mavo2
Chapitre 5
passé composé
voorzetsels bij landen en plaatsen
uitleg over de les
1 / 40
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
In deze les zitten
40 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Chapitre 5
passé composé
voorzetsels bij landen en plaatsen
uitleg over de les
Slide 1 - Tekstslide
Passé Composé
Slide 2 - Tekstslide
HET BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD
LE PASSÉ COMPOSÉ
J'
ai
mangé
une pizza.
Tu
as fait
du foot hier?
Nous
avons été
au Maroc.
Le passé composé is een werkwoordstijd wat aangeeft dat iets
in het verleden is gebeurd.
Slide 3 - Tekstslide
hoe maak je de passé composé
Die maak je door de laatste -r weg te halen en een accent op de laatste -é te zetten
parler wordt dan parlé
Slide 4 - Tekstslide
let op
je hebt wel een hulpwerkwoord nodig:
ik heb gegeten
ik ben geweest
DUS HEBBEN OF ZIJN
Slide 5 - Tekstslide
Hulpwerkwoorden
In het Frans gebruik je in de meeste gevallen het hulpwerkwoord
avoir (hebben)
.
Ik
heb
gehuurd
= j'
ai loué
un appartement.
MAAR soms gebruik je het werkwoord
être (zijn)
.
Ik
ben gegaan
= je
suis allé
Slide 6 - Tekstslide
Het werkwoord avoir
j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
ai
as
a
avons
avez
ont
Slide 7 - Sleepvraag
Als je in het Nederlands het hulpwerkwoord hebben gebruikt, doe je dat in het Nederlands ook.
Als je in het Nederlands het hulpwerkwoord
hebben
gebruikt, doe je dat in het Frans ook.
Als je in het Nederlands het hulpwerkwoord
zijn
gebruikt, doe je dat in het Frans ook.
Jij
hebt
gegeten
Tu
as
mangé
Ik
ben
gegaan
Tu
es
allé
Slide 8 - Tekstslide
Het werkwoord être
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
suis
es
est
sommes
êtes
sont
Slide 9 - Sleepvraag
UITZONDERING!
Als je
être
in de
passé composé
(v.v.t) wilt zetten, dan gebruik je het hulpwerkwoord
avoir
.
Ik ben in Marokko = Je suis au Maroc.
Ik
ben
in Marokko
geweest
= j'
ai été
au Maroc.
Slide 10 - Tekstslide
verder nog belangrijk
De regel is, -r eraf en accent op é, maar
Het voltooid deelwoord van
hebben =eu, j'ai eu
doen of maken= fait, j'ai fait
Slide 11 - Tekstslide
Opdracht: Sleepvraag
Geef aan welk werkwoord je met het hulpwerkwoord avoir en welke je met het hulpwerkwoord être vervoegd
Slide 12 - Tekstslide
Avoir
Être
parler
arriver
téléphoner
louer
manger
aller
être
partir
avoir
rester
Slide 13 - Sleepvraag
Welk werkwoord krijgt in de passé composé het hulpwerkwoord être ?
A
gagner
B
faire
C
aller
D
avoir
Slide 14 - Quizvraag
Welk werkwoord krijgt in de passé composé het hulpwerkwoord avoir ?
A
rester
B
aller
C
regarder
D
entrer
Slide 15 - Quizvraag
belangrijk
Als être als hulpwerkwoord wordt gebruikt, dan krijg je bij een vrouwelijk onderwerp, een extra -e of -s achter het voltooid deelwoord: elle est allé
e
ils sont allé
s
elles sont allé
es
Slide 16 - Tekstslide
Test jezelf
Slide 17 - Tekstslide
Elle (regarder, passé composé) un film sur Netflix
A
a regardé
B
est regarder
C
est regardé
D
est regardée
Slide 18 - Quizvraag
Welk werkwoord krijgt in de passé composé het hulpwerkwoord être ?
A
rentrer
B
être
C
écouter
D
louer
Slide 19 - Quizvraag
Elles... (parler)
(passé composé)
A
ont parlé
B
sont parlé
C
sont parler
D
ont parlées
Slide 20 - Quizvraag
Ils (envoyer, passé composé)
A
ont envoyé
B
sont envoyé
C
envoyais
D
envoyait
Slide 21 - Quizvraag
wij zijn gegaan
A
nous sommes allé
B
nous sommes allés
Slide 22 - Quizvraag
de meisjes zijn gegaan
A
les filles sont allé
B
les filles sont allée
C
les filles sont allées
Slide 23 - Quizvraag
Zet in de passé composé:
Il ............. (parler)
Slide 24 - Open vraag
Zet in de passé composé:
Elles ............. (sauter)
Slide 25 - Open vraag
Zet in de passé composé:
Pierre ............. (chanter)
Slide 26 - Open vraag
Zet in de passé composé:
J' ............. (regarder)
Slide 27 - Open vraag
Voorzetsels landen en plaatsen
Slide 28 - Tekstslide
Résumé
À
= dorp en steden
En
= continenten en vr. landen
Au
= mannelijke landen
Aux
= Landen meervoud
toelichting
Slide 29 - Tekstslide
Ma soeur et moi, nous sommes __________ Madrid
A
à
B
en
C
au
D
aux
Slide 30 - Quizvraag
Pierre habite __________ Italie
A
à
B
en
C
au
D
aux
Slide 31 - Quizvraag
Marie et Sophie sont allées __________ Seychelles
A
à
B
en
C
au
D
aux
Slide 32 - Quizvraag
Nous sommes __________ Rome
A
à
B
en
C
au
D
aux
Slide 33 - Quizvraag
Pierre et Marie habitent __________ Portugal
A
à
B
en
C
au
D
aux
Slide 34 - Quizvraag
Noa habite.........Espagne
A
en
B
au
C
à
D
aux
Slide 35 - Quizvraag
Je suis ........Danemark
A
en
B
au
C
à
D
aux
Slide 36 - Quizvraag
Je vais demain.......Pays-Bas
A
à
B
en
C
au
D
aux
Slide 37 - Quizvraag
Tu habites......Lille
A
en
B
au
C
à
D
aux
Slide 38 - Quizvraag
à
en
au
aux
Italie
Bruxelles
Pays-Bas
Luxembourg
Paris
États-Unis
Brésil
Asie
Slide 39 - Sleepvraag
Huiswerk
maken oefeningen 30 en 31, leren alle voca
Slide 40 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
2M Chapitre 5 Passé Composé en Voorzetsels landennamen
Juni 2020
- Les met
36 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
H4 Herhalen passé composé
December 2021
- Les met
36 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Herhaling: le passé compsosé
September 2024
- Les met
41 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Le passé composé (herhaling)
September 2022
- Les met
37 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3
Le passé composé (herhaling)
3 dagen geleden
- Les met
37 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3
HAVO 3 Herhalen passé composé
September 2022
- Les met
34 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Le passé composé ; de voltooide tijd
September 2022
- Les met
31 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3
M2 week 7 les 1
Februari 2021
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2