klassenregels

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo g, t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning et buts
Aan het eind van dit lesuur....
1. Kan je het werkwoord op -er toepassen

Planning:
1. Huiswerk bespreken (15 minuten)
2. Uitleg Grammaire C (15 minuten)
3. Online spelletjes maken (30 minuten)
4. Exit-ticket (10 minuten)








Slide 2 - Tekstslide

Klassenregels
We werken rustig samen in de klas.
We respecteren elkaar. 
We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.
Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.
We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook in de telefoontas.
We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.
We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.
We laten elkaar uitpraten.
We eten en drinken niet in het klaslokaal (behalve in de pauzes).
We verstoren niet bewust de les (door bijvoorbeeld dingen door te klas te gooien of te roepen)

Slide 3 - Tekstslide

Vocabulaire A

Slide 4 - Tekstslide

Vocabulaire B

Slide 5 - Tekstslide

Het regelmatige werkwoord op -er

Slide 6 - Tekstslide

De uitgangen van regelmatige werkwoord op -er

Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn de uitgangen van de regelmatige werkwoorden op -er?
A
es, es, e, ons, ez, ent
B
e, es, e, ons, ez, ent
C
es, es, e, ons, ez, ont
D
e, es, e, ons, ez, ont

Slide 9 - Quizvraag

Een regelmatige werkwoord ......
timer
0:20
A
begint altijd met -er
B
eindigt altijd op - er

Slide 10 - Quizvraag

Regelmatige werkwoorden op -er

Elles ........... (trouver)
A
trouvent
B
trouve
C
trouvons
D
trouvez

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de stam van de regelmatige werkwoorden op -er ?
A
het hele werkwoord - er
B
het hele werkwoord + er
C
de helft van het hele werkwoord
D
de laatste letter van het hele werkwoord weghalen

Slide 12 - Quizvraag

Regelmatige werkwoorden op -er

Tu ............. (travailler)
A
travaille
B
travailles
C
travaillez
D
travaillent

Slide 13 - Quizvraag

Regelmatige werkwoorden op -er

Vous ............. (travailler)
A
travaillons
B
travaillez
C
travaille
D
travaillent

Slide 14 - Quizvraag

Regelmatige werkwoorden op -er

Nous .................(parler)
A
parlont
B
parlons
C
parlez
D
parles

Slide 15 - Quizvraag

Le présent: exit-ticket

Slide 16 - Tekstslide