3.3 Lezen - Tekst- en alineaopbouw deel 1
1 / 27
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Dilemma op dinsdag
Nasynchronisatie in Duits
Achtervolging draaiorgel
Slide 5 - Poll
Wil je een takenkaart?
ja
nee
Slide 6 - Poll
Ga je vrijdag schaatsen bij de Uithof?
Start 11.50 uur tot 13.30 uur.
Handschoenen verplicht.
Schaatsen kan je bij de Uithof lenen.
Start 11.50 uur tot 13.30 uur.
Handschoenen verplicht.
Schaatsen kan je bij de Uithof lenen.
A
Jaaaaaaaaa!!!
B
Ik weet het nog niiiiiiiiet.
C
Ik twijfelllllll
D
Neeeeeeeejjjj!!!!
Slide 7 - Quizvraag
Heb je een vraag over de toet Spelling?
Slide 8 - Woordweb
Slide 9 - Tekstslide
Elke tekst heeft een inleiding.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
De inleiding van een krantenartikel heeft meestal een ander lettertype of andere tekstopmaak.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Teksten die uit twee delen bestaan, komen veel voor.
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Uit hoeveel delen bestaat een goed opgebouwde tekst?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Wat is een kernzin?
A
De kernzin staat altijd onderaan de tekst.
B
In de kernzin staat de belangrijkste informatie uit een alinea.
C
In de kernzin staat het belangrijkste uit de hele tekst.
D
De kernzin is de zin in het midden van een tekst.
