3 samenvatting K
1 / 25
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Peter heeft een webwinkel. In de krant leest hij dat de omzet van webwinkels met 86% is gestegen. Hij berekent zijn eigen omzetstijging. Leg uit waarom het nuttig is om bedrijfsgegevens in procenten uit te drukken.
Slide 7 - Open vraag
Peter berekent zijn eigen omzetstijging in procenten. Leg uit waarom het nuttig is om bedrijfsgegevens in procenten uit te drukken.
timer
1:00
Slide 8 - Open vraag
Peter had vorig jaar een omzet van € 220.000. Hij verwacht dat zijn omzet dit jaar € 380.000 wordt. Bereken met hoeveel procent zijn omzet dan stijgt.
A
42,1%
B
57,9%
C
72,7%
D
157,9%
Slide 9 - Quizvraag
Als je bedrijfskosten hoger zijn dan je omzet, maak je
A
Winst
B
Verlies
Slide 10 - Quizvraag
Een bedrijf met een hoge omzet, kan wel/niet verlies maken
A
Wel
B
Niet
Slide 11 - Quizvraag
Bij een stijging van de arbeidsproductiviteit wordt er evenveel geproduceerd in minder uren
A
Juist
B
Niet juist
Slide 12 - Quizvraag
Bij een stijging van de arbeidsproductiviteit wordt er meer geproduceerd in hetzelfde aantal uren
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Een banketbakker wil de arbeidsproductiviteit van zijn medewerkers verhogen. Op welke manier kan hij dat doen?
A
door meer medewerkers aan te nemen
B
door het werk voor de mw meer af te wisselen
C
door te investeren in apparatuur
Slide 14 - Quizvraag
Stef maakt elke dag 26 taarten. Hij werkt 4 uur per dag aan de taarten. Bereken de arbeidsproductiviteit van Stef per uur. Schrijf je berekening op.
timer
1:00
Slide 15 - Open vraag
Milo eet chips uit een schaaltje. De chips die hij eet zijn een...
A
bedrijfskolom
B
eindproduct
C
grondstof
Slide 16 - Quizvraag
De aardappelen waar je chips van maakt, zijn een
A
bedrijfskolom
B
eindproduct
C
grondstof
Slide 17 - Quizvraag
Elk bedrijf zorgt dat het product iets meer waard wordt. Dat noem je de
A
opbrengst
B
toegevoegde waarde
C
waardestijging
Slide 18 - Quizvraag
Winkeliers die plastic flesjes in hun.... hebben, moeten deze ook inzamelen.
A
assortiment
B
bedrijfskolom
C
recycling
Slide 19 - Quizvraag
Statiegeld is hetzelfde als recycling
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quizvraag
Glas wordt ingezameld voor recycling
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quizvraag
Door recycling wordt er minder afval verbrand
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quizvraag
In een supermarkt werden er voor 1 juli gemiddeld 420 flessen per week ingeleverd. Na 1 juli was dat 630 per week. Bereken de procentuele stijging.
