Oranjeschool les 5 groep 3

Bedenk zoveel mogelijk verschillende manieren waarop je in het dagelijks leven te maken hebt met actie-reactie.
1 / 25
volgende
Slide 1: Open vraag
WereldoriëntatieBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Bedenk zoveel mogelijk verschillende manieren waarop je in het dagelijks leven te maken hebt met actie-reactie.

Slide 1 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Actie-Reactie in het dagelijks leven
wekker        wakker        uit bed         ....          op tijd op mijn werk. 

Slide 2 - Tekstslide

Eigenlijk bestaat alles uit actie-reactie. Als mijn wekker ’s ochtends gaat, word ik wakker. Omdat ik wakker word, ga ik uit bed, wat er uiteindelijk toe leidt dat ik op tijd op m’n werk ben.
Stel nou dat ik door mijn wekker heen slaap. Dan ziet mijn ochtend er heel anders uit.
Misschien ben ik dan te laat op mijn werk. Of misschien ga ik naar mijn werk zonder dat ik ontbijt, of heb ik geen lunch bij me. Maar het kan ook zo zijn dat ik, in mijn haast, dat mooie erfstuk omstoot. Of misschien val ik wel van de trap en breek ik mijn enkel. Dan ziet mijn dag er ineens heel anders uit!

Actie-Reactie in het dagelijks leven
wekker          wakker          uit bed         ....          op tijd op mijn werk. 
                       
                         niet wakker          ???

Slide 3 - Tekstslide

Eigenlijk bestaat alles uit actie-reactie. Als mijn wekker ’s ochtends gaat, word ik wakker. Omdat ik wakker word, ga ik uit bed, wat er uiteindelijk toe leidt dat ik op tijd op m’n werk ben.
Stel nou dat ik door mijn wekker heen slaap. Dan ziet mijn ochtend er heel anders uit.
Misschien ben ik dan te laat op mijn werk. Of misschien ga ik naar mijn werk zonder dat ik ontbijt, of heb ik geen lunch bij me. Maar het kan ook zo zijn dat ik, in mijn haast, dat mooie erfstuk omstoot. Of misschien val ik wel van de trap en breek ik mijn enkel. Dan ziet mijn dag er ineens heel anders uit!

Newton

Slide 4 - Woordweb

De ’wetten van Newton’ zijn drie bekende wetten uit de natuurkunde. Een wet betekent in de natuurkunde ‘dat iets zo is’.
Alle drie de wetten hebben iets te maken met kracht. Hierbij komen ook beweging en evenwicht kijken.
De wetten zijn vernoemd naar de Britse natuurkundige Isaac Newton, die in 1687 de wetten opschreef in het boek Philosophiae Naturalis Principia Mathematica.
De drie wetten zijn het bekendste werk van Newton. Door de drie wetten ontstond zelfs een nieuwe tak in de natuurkunde, de klassieke mechanica.
Met de wetten van Newton is onder andere te verklaren waarom het voelt alsof je naar achteren wordt geduwd als je in een versnellende trein of auto zit, hoeveel kracht er nodig is om een bal twintig meter ver te gooien en waarom een boek gewoon op een vlakke tafel blijft liggen maar van een schuine tafel afglijdt.
Newton deed ook minder bekende maar wel belangrijke ontdekkingen. Zo ontdekte hij dat zonlicht uit alle kleuren van de regenboog bestaat, leverde hij belangrijke bijdragen aan de wiskunde, deed hij onderzoek naar de snelheid van geluid en leverde hij een belangrijke bijdrage aan de warmteleer.

Newton-weetjes
1642-1727
ontdekker van de zwaartekracht
interesse heelal, zo ontdekte hij wiskunde
ontdekte dat wit licht uit verschillende kleuren bestaat (filmpje)


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Newton-weetjes
1642-1727
ontdekker van de zwaartekracht
interesse heelal, zo ontdekte hij wiskunde
ontdekte dat wit licht uit verschillende kleuren bestaat (filmpje)
maakte de spiegeltelescoop

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Newton-weetjes
Hij formuleerde natuurwetten, waarmee hij een aantal verschijnselen in het zonnestelsel kon beschrijven, zoals de getijdenwerking van de maan en de banen van planeten, manen en kometen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

DE EERSTE WET
Een voorwerp is in rust of heeft een constante snelheid langs een rechte lijn als de resulterende kracht nul is. 

>Versnellen of vertragen kost kracht (=resulterende kracht). 
>Traagheid

Slide 11 - Tekstslide

De eerste wet van Newton gaat ervan uit dat massa pas in beweging komt als er een kracht wordt gebruikt. Zo niet, dan staat het voorwerp stil of beweegt het zich met een constante snelheid voort. Dat wil zeggen: als je iets wilt versnellen of vertragen, kost dat kracht.
Een kracht die ervoor zorgt dat iets versnelt of vertraagt, wordt in de natuurkunde een resulterende kracht genoemd. Als er geen resulterende kracht op een voorwerp werkt, is het in rust of beweegt het zich met een constante snelheid voort. Dat laatste klinkt misschien raar, maar is heel logisch. Op zo’n voorwerp werkt geen netto kracht: geen versnellende, maar ook geen vertragende kracht. De som van deze krachten is nul (net als dat de som van -1 en +1 nul is), en daarom wordt in de natuurkunde gezegd dat het object ‘vrij’ is.
Maar hoe zit het dan precies? Als een auto met constante snelheid rijdt, is er toch nog steeds een kracht nodig om die voort te bewegen? Ja, dat klopt. Maar, er werkt ook een tegenkracht op: de wrijving van de lucht en de grond. Die is precies even groot als de snelheid waarmee de motor de auto voortbeweegt, waardoor de resulterende kracht dus nul is.
De eerste wet van Newton is ook anders te formuleren. Als je tijdens het fietsen op een paaltje botst, stopt je fiets, maar schiet je zelf naar voren. Je blijft als het ware doorgaan met de beweging waarmee je bezig was. Volgens het traagheidsbeginsel heeft een voorwerp de neiging ‘zich te verzetten’ tegen een snelheidsverandering.
Als je een auto en een vrachtauto tegelijkertijd met dezelfde motorkracht laat optrekken, is de vrachtwagen veel trager dan de auto. Dit komt omdat de vrachtwagen een grotere massa heeft. De traagheid is groter.

DE TWEEDE WET
De verandering van de snelheid is recht evenredig met de resulterende kracht en volgt de rechte lijn waarin de kracht werkt.

>Hoe zwaarder een voorwerp is, hoe meer kracht er nodig is om het in beweging te brengen of af te remmen 
>De richting van de kracht bepaalt de richting van het voorwerp

Slide 12 - Tekstslide

Hoe zwaarder een object is, hoe moeilijker het is om dat object in beweging te brengen of af te remmen.
De tweede wet van Newton beschrijft dat wanneer een kracht de ene kant op groter (of kleiner) is dan een kracht de andere kant op, dus als er een resulterende kracht op een object werkt, dat er dan een versnelling (of vertraging) plaatsvindt. De versnelling is afhankelijk van de grootte en het gewicht van het voorwerp: het kost meer kracht om een auto in beweging te brengen dan een fiets, omdat een auto een stuk zwaarder is.
Om zo snel mogelijk te zijn, is het daarom handig om het voertuig zo licht mogelijk te maken.
Dat volgt uit de tweede wet van Newton. Bij gelijkblijvende kracht, dus met dezelfde hoeveelheid brandstof, krijg je een lichter object makkelijker in versnelling dan een zwaar object. Daarom willen wielrenners een zo licht mogelijke fiets.

DE DERDE WET
Actie=reactie. 

>Kracht komt voor in paren.
>Massa's trekken elkaar aan.
 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ENERGIZER
Zoek in huis een voorwerp dat je voor de camera kunt houden.

Als je het hebt, kom je weer zitten. 
Je hebt 1 minuut de tijd.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WET VAN BEHOUD VAN ENERGIE
*Filmpje*
https://schooltv.nl/video/proefkonijnen-in-de-klas-is-natuurkunde-betrouwbaarder-dan-je-eigen-intuitie/



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

THE BUTTERFLY EFFECT
Een actie die een ketting van gevolgen in gang zet, die exponentieel toenemen in omvang. 

Vlinder wappert met vleugels in Brazilië -> tornado in Texas. 
Uitbarsting vulkaan 55 miljoen jaar geleden -> verhoogde CO2 uitstoot -> methaan -> extreem snelle stijging wereldtemperatuur.

Met een andere uitgangssituatie blijven deze gevolgen mogelijk uit.


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

FOR WANT OF A NAIL

Iets kleins of schijnbaar betekenisloos kan grote onvoorziene gevolgen hebben.

Er miste een spijker -> het Koninkrijk ging ten onder

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er miste een spijker -> het Koninkrijk ging ten onder
Bedenk welke stappen daar tussen kunnen zitten.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk zelf een situatie waarin iets kleins uiteindelijk grote gevolgen heeft. 
Maak hier een versje of een strip van (of verzin zelf een creatieve manier om dit te verwerken). 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik vond deze les
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

omdat...

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet wat de huiswerkopdrachten zijn.
ja
nee
huiswerkopdrachten, hebben we die dan?

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet dat ik niet alle huiswerkopdrachten hoef te maken, maar er in ieder geval 1 uitkies.
ja
nee
huiswerk-opdrachten, hebben we die dan?
we hoeven toch niks te doen thuis?
ik doe de opdracht van week 2

Slide 25 - Poll

Deze slide heeft geen instructies