In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
De Tweede Wereldoorlog
1. Hoe begon de tweede wereldoorlog in Nederland?
2. Hoe verliep de strijd in Nederland?
3. Hoe lang duurde de strijd?
Slide 1 - Tekstslide
op 10 mei 1940
Slide 2 - Tekstslide
de duitse inval 1940
Slide 3 - Woordweb
De inval
belangrijke woorden:
Mobilisatie
blitzkrieg
bombardement op Rotterdam
de capitulatie (overgave)
Slide 4 - Tekstslide
Nederland mobiliseert
november 1939
De Nederlandse regering hoopt dat, net als tijdens de Eerste Wereldoorlog, Nederland neutraal zou blijven.
Uiteindelijk wordt pas laat besloten om tóch te mobiliseren en gebruik te maken van de Hollandse Waterlinie.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Duitsland valt aan
10 mei 1940
Op vrijdagmorgen, om 3.55, valt het Duitse leger Nederland aan.
Op sommige plekken, zoals bij de Afsluitdijk en de Grebbelinie, wordt nog behoorlijk tegenstand geboden, maar tegen de Duitse Blitzkrieg is niets opgewassen.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Regering wijkt uit naar Londen
13 mei 1940
Om niet in de handen van de Duitsers te vallen, wijkt een groot deel van de Nederlandse regering uit naar Engeland.
Vanuit Londen zal koningin Wilhelmina de Nederlanders motiveren om niet op te geven en tegen de bezetters te strijden.
Slide 10 - Tekstslide
Bommen op Rotterdam
14 mei 1940
Hoewel de stad zich al heeft overgegeven, bombarderen de Duitsers Rotterdam tóch.
Het bombardement duurt maar een kwartier, maar de binnenstad is verwoest, en zal pas na de oorlog weer worden opgebouwd.
Slide 11 - Tekstslide
Nederland capituleert
15 mei 1940
Na het bombardement op Rotterdam, en de Duitse dreiging om ook andere steden te bombaderen, kan Nederland niets anders dan zich overgeven.
In totaal komen in de meidagen van 1940 ongeveer 2200 mensen om het leven.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Nu zijn de Duitsers de baas
Dit noemen we de
Bezetting
Slide 14 - Tekstslide
ALs het goed is weet je het antwoord:
Wat is mobilisatie?
Waarom noemt men het een Blitzkrieg?
Wat hebben het bombardement op Rotterdam en de capitulatie (overgave) met elkaar te maken?
Slide 15 - Tekstslide
een quiz
wat weet jij al?
Slide 16 - Tekstslide
Hoeveel jaar duurt de bezetting?
A
3 jaar
B
5 jaar
C
8 jaar
D
10 jaar
Slide 17 - Quizvraag
De nederlandse koningin in 1940 heette...
A
Wilhelmina
B
Juliana
C
Beatrix
D
Maxima
Slide 18 - Quizvraag
De koningin vluchtte in 1940 naar
A
Amerika
B
Engeland
C
Belgie
D
Duitsland
Slide 19 - Quizvraag
Welke nieuwe techniek gebruikten de Duitsers om Nederland snel te kunnen veroveren?
A
Tanks
B
Radio
C
Duitse soldaten verkleed als Nederlandse
D
Parachutisten
Slide 20 - Quizvraag
Om Nederland tot overgave te dwingen bombardeerden de Duitsers een Nederlandse stad. Welke?
A
Amsterdam
B
Rotterdam
C
Eindhoven
D
Den Haag
Slide 21 - Quizvraag
Wat is mobilisatie
A
Iedere soldaat een mobiel geven
B
Het leger snel vervoeren.
C
Het leger paraat maken voor oorlog
D
De koningin naar Engeland brengen
Slide 22 - Quizvraag
De Duitsers voerden een blitzkrieg. Wat wordt hiermee bedoeld?
A
De vijand overrompelen door snelheid.
B
Blitz was het codewoord van de Duitsers
C
Ze bombardeerden steden.
D
De vijand treffen met bliksem
Slide 23 - Quizvraag
Nederland capituleerde na 5 dagen. Wat betekend dit
A
een tegenaanval
B
Nederland kon stand houden
C
de overgave
D
de soldaten vluchten
Slide 24 - Quizvraag
Wat hebben de capitualtie en het bombardement met elkaar te maken?
Slide 25 - Open vraag
Geef een aantal woorden die te maken hebben met de bezetting.