C8.2 Nederland en de zee

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

DKT2G

Wat gaan we doen?

Even herhalen

Bespreken C8.2

MakenC8.2

Leerdoel:

Je begrijpt waarom water zo'n grote rol speelt in Nederland

De aarde

Zonnestralen

Warmte in de atmosfeer

De atmosfeer

Warmte terug naar ruimte

De zon

Schadelijke zonnestralen

Sleep de woorden naar het juiste plaatje.

Natuurlijk broeikaseffect  

Versterkt broeikaseffect  

Door koolstofdioxide in de lucht is er het broeikaseffect.
Wat is het broeikaseffect?

1. Het afgeven van warmtestraling vanaf de zon naar de aarde.
2. Het tegenhouden van warmtestraling vanaf de ruimte naar de aarde.
3. Het tegenhouden van warmtestraling vanaf de aarde naar de ruimte.

Waar

Niet waar

Door het broeikaseffect wordt het te warm op de aarde

De oorzaak van het broeikaseffect is dat er teveel water op aarde is 

Het broeikaseffect is in bepaalde delen van de wereld

Wat is duurzame energie?

1. Windenergie
2. Zonne-energie
3. Waterkracht
4. Kolen verbranding

Hoe kan aardwarmte worden opgewekt?

1. Door windmolens
2. Door koeienpoep
3. Door leidingen heel diep onder de grond
4. Door zonnepanelen

Biomassa is een energiebron.

Waarvan is biomassa afkomstig?

1. Van diepere aardlagen
2. Van lucht en water
3. Van planten en dieren
4. Van plastic afval

Wat is het broeikaseffect?

1. Het opwarmen van de aarde
2. De negatieve gevolgen van het opwarmen van de aarde
3. Het vasthouden van warmtestraling
4. Het hoger worden van de concentratie broeikasgassen

8.2 De baas over het water

Nederland wordt beschermd tegen het water

Duinen

Dijken

Dammen

Nederland ligt onder zeeniveau

8.2 De baas over het water

Nederland heeft land gemaakt dat onder water lag -> polder -> teveel aan water moet je wegpompen

landbouw & wonen

8.2 De baas over het water

Kenmerken van een polder:

• gebied is omringd door een dijk
• sloten vangen water op
• molens/gemalen pompen water weg naar rivieren -> naar de zee

8.2 steeds lager

Probleem in de polder:

1. grond zit klei en veen -> water eruit -> grond zakt in -> polder komt nog lager te liggen

2. Zeespiegel stijgt -> meer water

8.2 steeds lager

Probleem kust:

Zout zeewater stroomt ondergronds naar de polders -> bodem wordt zouter -> zout grond is niet vruchtbaar

Maken blz. 136,137,138

Iedereen (KL): 1,2abc,3 en 4

TL: 2 def, 5