Unit 3 - Australia - Lesson 5 - Writing - Part 2

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesson 5 - Writing - grammar

Slide 2 - Tekstslide

- Ik kan aangeplakte vragen maken in het Engels en deze toepassen in de zin
 - Ik leer woorden over: ‘Celebrations’ (24)
 
 







Slide 3 - Tekstslide

Heb je je huiswerk gemaakt?
A
Ja!
B
Nee....

Slide 4 - Quizvraag

Zo niet, waarom niet?
Zo wel, heb je nog vragen?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide


3.5: 4, 5, 6,







Slide 7 - Tekstslide

Tag questions
Het werkt als een soort batterij.
als in het eerste deel 'not'/ n't staat, staat dat in deel 2 niet.


You are Dave, aren't you?

Slide 8 - Tekstslide

Tag questions
Herhaal het ww uit het eerste deel van de zin en zet daar not bij + I/you/he/she/it/we/they/you

You are Dave, aren't you?
She is your sister, isn't she?
We have got a dog, haven't we?

Slide 9 - Tekstslide

1 Uitzondering
I am your friend, aren't I?

Slide 10 - Tekstslide

Tag questions
Bij 2 werkwoorden in de zin, gebruik je het eerste werkwoord:



She can play the guitar, can’t she?

Als er maar 1 werkwoord in de zin staat en dit is niet am/is/are/have/has/can/: gebruik do/don’t/does/doesn’t in je tag question.




She works at the library, doesn't she?

We walk to school, don't we?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Tag questions
Als er maar 1 werkwoord in de zin staat en dit is niet am/is/are/have/has/can:
gebruik do/don’t/does/doesn’t in je tag question.

She works at the library, doesn't she?
We walk to school, don't we?

Slide 13 - Tekstslide

She is your boss, .............?
A
aren't she
B
doesn't she
C
isn't she?

Slide 14 - Quizvraag

We are home late, ............?
A
aren't we
B
don't we
C
isn't we

Slide 15 - Quizvraag

I am the best teacher in the world, .............?
A
aren't I
B
don't I
C
isn't I

Slide 16 - Quizvraag

She works at the police office, ......?
A
does she
B
doesn't she
C
do she
D
don't she

Slide 17 - Quizvraag

My uncle has got a piano, .............?
A
has he
B
hasn't he
C
have he
D
haven't he

Slide 18 - Quizvraag

I can play the piano, .........?
A
don't I
B
do I
C
can't I
D
can I

Slide 19 - Quizvraag

Tag questions
Wat zijn dat? Korte vragen aan het einde van een zin.
In het Nederlands zeg je vaak: 'toch?'

You are Dave, aren't you?
She is your sister, isn't she?

Slide 20 - Tekstslide

Vul de juiste tag question in:

She is a famous singer, ..........
A
aren't she?
B
isn't she?
C
does she?

Slide 21 - Quizvraag

Vul de juiste tag question in:

They have got amazing voices, ..........
A
aren't they?
B
isn't they?
C
haven't they?
D
don't they?

Slide 22 - Quizvraag

Vul de juiste tag question in:

We look fancy today, ..........
A
aren't we?
B
isn't we?
C
does we?
D
don't we?

Slide 23 - Quizvraag

Vul de juiste tag question in:

He isn’t coming today, ..........
A
aren't he?
B
isn't he?
C
does he?
D
is he?

Slide 24 - Quizvraag

Vul de juiste tag question in:

Emma Watson acts brilliantly, ..........

Slide 25 - Open vraag

Vul de juiste tag question in:

You do your homework every evening, ..........

Slide 26 - Open vraag

Vul de juiste tag question in:

I am not doing okay, ..........

Slide 27 - Open vraag

3.5: 4, 5, 6, test yourself
 


Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Wat hebben we vandaag gedaan?

Slide 30 - Open vraag

Vragen?

Slide 31 - Open vraag