Lire F - le sport, c'est la santé

Aujourd'hui
• Welke Franse woorden ken je al: gezond zijn

• Zelfstandig leestekst: exercices 23, 24abcde
    ◦
Hulpmiddel: woordenboek F-N
    ◦ Klaar? Exercice 25ab, 26a

• Bespreken:
exerices 24bde
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Aujourd'hui
• Welke Franse woorden ken je al: gezond zijn

• Zelfstandig leestekst: exercices 23, 24abcde
    ◦
Hulpmiddel: woordenboek F-N
    ◦ Klaar? Exercice 25ab, 26a

• Bespreken:
exerices 24bde

Slide 1 - Tekstslide

Gezond zijn

Slide 2 - Woordweb

Zelfstandig
      • Zelfstandig leestekst: exercices 23, 24abcde
           ◦ 24a = schrijf op welk onderwerp niet in de tekst voorkomt.
           ◦ 24e = lees de twee laatste alinea's. Schrijf op:
                      1. Wat is het verschil tussen meiden en jongens volgens de tekst?
                      2. Wat is het gemeenschappelijk punt van meiden en jongens volgens de tekst?
       
         ◦ Hulpmiddel: woordenboek F-N
          ◦ Klaar? Exercice 25ab, 26a
                  25a = vul onderstreepte woorden uit de tekst op de juiste plek in.
                  25b = gebruik het gegeven werkwoord om een zin te maken.


      Slide 3 - Tekstslide

      Laury est une journaliste sportive.
      A
      VRAI
      B
      FAUX
      C
      ON NE SAIT PAS

      Slide 4 - Quizvraag

      Laury fait plusieurs sports.
      A
      VRAI
      B
      FAUX
      C
      ON NE SAIT PAS

      Slide 5 - Quizvraag

      Laury prend toujours le même smoothie le matin.
      A
      VRAI
      B
      FAUX
      C
      ON NE SAIT PAS

      Slide 6 - Quizvraag

      Laury cuisine bien.
      A
      VRAI
      B
      FAUX
      C
      ON NE SAIT PAS

      Slide 7 - Quizvraag

      Laury aime beaucoup lire.
      A
      VRAI
      B
      FAUX
      C
      ON NE SAIT PAS

      Slide 8 - Quizvraag

      Laury pense que les filles sont plus athlétiques que les garçons.
      A
      VRAI
      B
      FAUX
      C
      ON NE SAIT PAS

      Slide 9 - Quizvraag

      Slide 10 - Tekstslide