3 vwo dinsdag 31 aug

¡Bienvenidos!
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

¡Bienvenidos!

Slide 1 - Tekstslide

Me presento
  • Soy Monique van den Emster 
  • Soy profesora de español.
  • En mi tiempo libre me gusta viajar y pasear con mi perra Reina. 
  • m.van.den.emster@alkwin.nl
  • Aanwezig op: dinsdag, woensdag en vrijdag 

Slide 2 - Tekstslide

Startzaken
  1. Uitdelen Groene Boekje
  2. Doornemen studiewijzer (zie Classroom)
  3. Uitleg (digitale) Paso Adelante boeken / Classroom / LessonUp

Slide 3 - Tekstslide

¡Importante!
  1. Je hebt een schrift voor het vak Spaans. Deze heb je altijd bij je in de les!
  2. Je huiswerk is af.
  3. Geen mobiele telefoon in de les.
éxito

Slide 4 - Tekstslide

La clase de hoy
1. Introducción: profesora - bingo de amigos 
2. Repaso  het alfabet (el alfabeto),  de uitspraak (la pronunciación), het lidwoord (los artículos), het bezittelijk v.n.w (los posesivos) & vraagwoorden (los interrogativos). 
3. Practicar: groene boekje oefeningen 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

UITSPRAAK REGELS VOOR DE SPAANSE TAAL

Slide 8 - Tekstslide

Pronunciación
  • V  =b
  • LL = J
  • J   =g
  • Ñ  = nj
  • H  = ...
  • CH= tsj
  • U  = oe

VERDER ELKE LETTER IN HET SPAANS APART UITSPREKEN!!


la piel / la tienda / seis / siete / nueve

Slide 9 - Tekstslide

Pronunciación (klank)
Wanneer welke klank?

c + -e of -i → Engelse ‘th’ (anders gewoon ‘k’)
g + -e of -i → ‘groot’ (anders ‘goal’ )

gui / gue → gui / gue  (‘u’ niet uitspreken) 
qui / que → qui / que  (‘u’ niet uitspreken) 

 → cocinar / cocina


Slide 10 - Tekstslide

Pronunciación (klank)
Wanneer welke klank?

c + -a  -o  of -u → (‘k’ klank)
g + -a  -o  -u of medeklinker → klinkt als de g van goal

gui / gue → gui / gue  (‘u’ niet uitspreken) 
qui / que → qui / que  (‘u’ niet uitspreken) 

 → cocinar / cocina


Slide 11 - Tekstslide

Pronunciación (klemtoon)
1.  Zie je een geschreven accent? 
    → klemtoon op die lettergreep (te--fo-no)
 
2. Eindigt het woord op een klinker, n, of s? 
    → klemtoon op voorlaatste lettergreep (Es - pa - ña)

3. Eindigt het woord op overige medeklinkers 
    → klemtoon op laatste lettergreep (E – cua - dor)

Slide 12 - Tekstslide

Deletrea tu nombre


¿Cómo se escribe?
Naomi Intissar Lina Tatiana  Yurre Michelle  Jacqueline Gonda  Iris  Fabiënne  Mijke  Amber (2X)  Ellen  Nick Lotte  Sara  Caya  Romy (2x) Semmy  Kimberley  Sanne Abigail 

Slide 13 - Tekstslide

pronunciación
C vóór de a, o, u = K (cosa, casa, cuba)
C vóór de e of i = th (thing)
ch = tsj
G vóór de a,o,u = zoals in goal
G vóór de e of i = zoals de ch in kachel

Slide 14 - Tekstslide

pronunciación

gue - gui


Guerra
Guiso

u wordt niet uitgesproken

Slide 15 - Tekstslide

pronunciación
h = niet uitgesproken
i = ie  zoals in fiets
J = keelklank ch zoals in kachel
LL = j (¿Cómo te llamas?)
ñ  = uitspraak nje

Slide 16 - Tekstslide

pronunciación

Qu spreek uit als K


bijvoorbeeld: 
Qué = Ké
¿Quién? = kjen

Slide 17 - Tekstslide

pronunciación
r = r
rr = rrrrrrrrr
U = oe (Cuba)
V = B (Valencia)
X = ks

Slide 18 - Tekstslide

pronunciación
Y = J   bijvoorbeeld yogur
Y betekent -en- spreek uit als -ie- bijv. Juan y Maria
Z = th zoals in thing bijvoorbeel zapato

Slide 19 - Tekstslide

Los artículos 

Slide 20 - Tekstslide

el
la 
chico
mujer
televisión
canción
amigo
piscina
jamón
presentador

Slide 21 - Sleepvraag

los
las
chicos
mujeres
televisiones
canciones
amigos
piscinas
jamones
presentadores

Slide 22 - Sleepvraag

Plaats de zelfstandige naamwoorden bij het juiste lidwoord.
una
unos
unas
un
chico
carpeta
diccionarios
amigo
bolígrafos
sillas
alumno
chicas
tijeras
lápiz

Slide 23 - Sleepvraag

Los posesivos

Slide 24 - Tekstslide

Let op!

  • Het bezittelijk voornaamwoord geeft  bezit aan .  Mijn huis > mi casa 
  • Het bezittelijk voornaamwoord staat  voor het zelfstandig naamwoord.
  • Staat het zelfstandig naamwoord in het meervoud?  Dan wordt het bezittelijk voornaamwoord ook meervoud! Mijn huizen > mis casas 
  • Bij nuestro en vuestro verandert het ook nog in nuestra en vuestra als het bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staat. Ons huis> nuestra casa - Jullie huis > vuestra casa 
  • tú = jij     tu = jouw
                                                                 es mi libro               -     son mis libros              (enkelvoud/meervoud)  
                                                                 es nuestro libro    -    es nuestra casa            (mannelijk/vrouwelijk) 

anders dan in het Nederlands
voorbeelden

Slide 25 - Tekstslide

boek
Libro del alumno página cincuenta y dos

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

¿Quién?, Quiénes? - Wie?
¿Qué? - Wat?
¿Dónde? - Waar?
¿Por qué? - Waarom?
¿Cuándo? - Wanneer?
¿Cuál?, ¿Cuáles? - Welke, Wat?
¿Cómo? - Hoe?
¿Cuánto/a?, ¿Cuántos/as? - Hoeveel?
¿De dónde? - Waarvandaan? 
¿Adónde? - Waarheen? 
Los interrogativos 
Tekst

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Repaso los interrogativos
  1. ¿ . . . es tu color favorito?   - ¿Rojo o azúl?
  2. ¿. . . . es tu cumpleaños?   -  Es el 22 de octubre
  3. ¿. . . . vive la profe?               - En Ámsterdam.
  4. ¿. . . . alumnos hay en esta clase? - Hay 22 alumnos.
  5. ¿ . . . eres?                               - Soy de Madrid.
  6. ¿. . . es tu mejor amiga?     - Es Silvia.
  7. ¿. . . cuestan estas zapatillas? - Son 50 euros.

Slide 30 - Tekstslide

Aan het einde van de les...
1.  Heb je het alfabet, de uitspraakregels, de lidwoorden en vraagwoorden herhaald. 
2. Ken je het alfabet, de uitspraakregels, de lidwoorden, de bezittelijke voornaamwoorden en vraagwoorden.
3. Heb je geoefend met deze onderwerpen. 

Slide 31 - Tekstslide

  • Leren: -Voca 4.1 NL-SP (boek 2 + EB)-
  • Leren: Roze werkwoordenblad 1-25 SP-NL (in EB)

  • Maken de oefeningen van EB:  alfabet , uitspraak- lidwoorden, enkelvoud, meervoud- bezittelijk voornaamwoord- vraagwoorden blz 18,21,22,24, 25 oef 13, 26,  27 oef 16 en 17

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide