rekenen werk en studie les 2

rekenen thema werk 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

rekenen thema werk 

Slide 1 - Tekstslide

salaris
Vandaag allerlei sommen met betrekking tot het salaris.

Slide 2 - Tekstslide

opgave 1*
Je verdient € 8,60 per uur.
Deze week werk je 26 uur.
Hoeveel verdien je deze week? 

Slide 3 - Tekstslide

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 4 - Woordweb

opgave 2**
Waarom is het uurloon bij een  werkweek van 40 uur lager dan een werkweek van 36 uur?
minimumloon 2022 

Slide 5 - Tekstslide

geef hier je antwoord
en je uitleg

Slide 6 - Woordweb

opgave 3**
Je wordt deze maand 23 jaar oud. Je werkt fulltime.

Wat wordt je maandloon de volgende maand?
minimumloon 2022 

Slide 7 - Tekstslide

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 8 - Woordweb

opgave 4***
Met hoeveel procent stijgt je uurloon als je 16 jaar wordt? rond af op hele procenten.
minimumloon 2022 

Slide 9 - Tekstslide

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 10 - Woordweb

opgave 5****
Bij welke verjaardag stijgt je maandloon het meest in euro's? 
minimumloon 2022 

Slide 11 - Tekstslide

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 12 - Woordweb

Op je loonstrook vind je twee soorten loon. Je brutoloon en je nettoloon. Wat krijg je op je bankrekening? Je brutoloon of je nettoloon?
A
brutoloon
B
nettoloon

Slide 13 - Quizvraag

opgave 6**
Je ziet hiernaast verschillende brutolonen per maand. 

Van je brutoloon worden zaken als loonbelasting, pensioenpremies enzovoorts afgehaald volgens de volgende woordformule:

Brutoloon- loonbelasting en premies = nettoloon

Wat betaal je aan loonbelasting en premies bij een brutoloon van 2500 euro in 2021?

Slide 14 - Tekstslide

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 15 - Woordweb

opgave 7**
Vanaf het centraal station is het nog 4 minuten lopen. Hans staat bij A en moet naar B. Geef zo nauwkeurig een routebeschrijving van A naar B.
(links, rechts hoeveelste straat?)
A

Slide 16 - Tekstslide

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 17 - Woordweb

opgave 8**
Vanaf het centraal station is het nog 4 minuten lopen. De afstand is 0,3 km per uur. Wat is je gemiddelde snelheid als je 0,3 km in 4 minuten loopt?

Slide 18 - Tekstslide

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 19 - Woordweb

opgave 9*
Bij deze baan zijn de werktijden:
6.45 uur - 11.00 uur 
11.45 uur- 15.00 uur

van 11.00 uur tot 11.45 uur heeft Hans pauze.

Hoeveel uur werkt Hans op een dag?

Slide 20 - Tekstslide

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 21 - Woordweb

opgave 10**
Bij deze baan zijn de werktijden:
6.45 uur - 11.00 uur 
11.45 uur- 15.00 uur

van 11.00 uur tot 11.45 uur heeft Hans pauze.
Hans werkt vijf dagen in een week.
Hoeveel uur werkt Hans in een week?

Slide 22 - Tekstslide

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 23 - Woordweb

opgave 11***
Bij deze baan zijn de werktijden:
6.45 uur - 11.00 uur 
11.45 uur- 15.00 uur

van 11.00 uur tot 11.45 uur heeft Hans pauze.
Hans werkt vijf dagen per week en
Hans heeft recht op 40 vrije dagen per jaar. Hoeveel uur werkt Hans dan per jaar?

Slide 24 - Tekstslide

geef hier je antwoord
en je berekening

Slide 25 - Woordweb