Romeinen
1 / 20
Lesduur is: 120 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Aan welke rivier ligt Rome?
A
Po
B
Tiber
C
Rijn
D
Donau
Slide 2 - Quizvraag
In welk jaar werd Rome volgens het verhaal gesticht?
A
476
B
776 v.C.
C
753 v.C.
D
376
Slide 3 - Quizvraag
In welk land is Rome ontstaan?
A
Griekenland
B
Kroatië
C
Italië
D
Frankrijk
Slide 4 - Quizvraag
Rome was ca. 1000 v.C.
A
Een landbouwnederzetting
B
Een stadstaat
C
Een rijk
Slide 5 - Quizvraag
Een stadstaat is
A
een deel van een grotere staat
B
politiek onafhankelijk
Slide 6 - Quizvraag
Door de veroveringen was Rome vanaf ca. 100 v.C.
A
Een landbouwnederzetting
B
Een stadstaat
C
Een rijk
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de juiste volgorde over het bestuur van het Romeinse Rijk?
A
koninkrijk-republiek-keizerrijk
B
republiek-keizerrijk-koninkrijk
C
keizerrijk-koninkrijk-republiek
D
koninkrijk-keizerrijk-republiek
Slide 8 - Quizvraag
Tijdens welke bestuursvorm had 1 persoon alle macht?
A
koninkrijk
B
republiek
C
keizerrijk
Slide 9 - Quizvraag
Tijdens welke bestuursvorm situeren we de periode van het triumviraat?
A
koninkrijk
B
republiek
C
keizerrijk
Slide 10 - Quizvraag
Tijdens welke bestuursvorm kwam Caesar aan de macht?
A
koninkrijk
B
republiek
C
keizerrijk
Slide 11 - Quizvraag
Tijdens welke bestuursvorm kwam Augustus aan de macht?
A
koninkrijk
B
republiek
C
keizerrijk
Slide 12 - Quizvraag
Op welke manier werd de macht tijdens de republiek meer verdeeld?
Slide 13 - Open vraag
In de Romeinse samenleving was er gelijkheid tussen man en vrouw
A
Juist
B
Fout
Slide 14 - Quizvraag
Eenmaal volwassen was een Romeinse man volledig zelfstandig.
A
Juist
B
Fout
Slide 15 - Quizvraag
De pater familias was binnen de familie een alleenheerser.
A
Juist
B
Fout
Slide 16 - Quizvraag
Bij de Romeinen was er een ... samenleving.
A
matriarchale
B
patriarchale
C
standen
Slide 17 - Quizvraag
Tot welke Romeinse bevolkingsgroep behoort de volgende persoon: "Ik ben maar een arme boer. Vorig jaar pikte de grootgrondbezitter mijn land in."
A
patriciërs
B
plebejers
C
slaven
Slide 18 - Quizvraag
Tot welke Romeinse bevolkingsgroep behoort de volgende persoon: "Wij kiezen de nieuwe koning en geven hem raad."
A
patriciërs
B
plebejers
C
slaven
Slide 19 - Quizvraag
Tot welke Romeinse bevolkingsgroep behoort de volgende persoon: "Ik kom uit Griekenland en geef les aan de zoon van een rijke Romein."
A
patriciërs
B
plebejers
C
slaven
