the- the gebruik je wél in de zin als je specifiek verwijst naar:
1. Een publiek gebouw
They built the hospital in Hardenberg in the 1900s.
2. Een jaargetijde
She was born in the summer of 2008
3. Een maaltijd
The lunch we had today was fantastic!
- Ook gebruik je the bij play bij muziekinstrumenten:
They play the drums.