4V Hoofdstuk 6 Seksualiteit paragraaf 5 en 6

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Anticonceptiemethodes en seksueel overdraagbare aandoeningen

V4

Thema 6

Seksualiteit

Waar vindt de bevruchting plaats?

1. de vagina
2. de baarmoeder
3. de eileider
4. de eierstok

Een jong koppel probeert zwanger te raken. 

Uiteindelijk lukt dat.

Sleep de gebeurtenissen zodat er een kloppende, chronologische volgorde ontstaat.

1

2

3

4

5

6

Er rijpt een follikel

Ze ovuleert

Haar eicel wordt bevrucht

Het embryo nestelt zich in

Haar menstruatie blijft uit

Ze doet een zwangerschapstest

Hieronder zie je een embryo van ongeveer 3 weken. Een aantal holten zijn met een cijfer aangegeven. Sleep de naam van de holte naar de juiste plek. Maak gebruik van BINAS.

1

2

3

amnionholte

chorionholte

dooierzak

Wat kan je na de les?

• Je kunt de verschillende anticonceptiemethodes noemen en uitleggen hoe zij zwangerschap voorkomen.
  
• Je weet waar iemand terecht kan bij een ongewenste zwangerschap.
  
• Je kunt uitleggen wat soa's zijn en voorbeelden van soa's noemen.
  
• Je weet welke voorbehoedsmiddelen wel, en welke geen bescherming bieden tegen soa’s.

Seksueel overdraagbare aandoeningen

• Infectie 'ziekten' die via seksueel contact worden overgedragen
• Ziekteverwekker verspreid via vaginaal vocht, sperma en/of bloed
• Voorkomen: beschermde seks
• NIET overdraagbaar via speeksel

HPV (humaan papillomavirus)

- virale SOA

- Grote groep virussen van mild tot zeer dodelijk. 

- Kunnen genitale wratten veroorzaken

- Kan baarmoederhalskanker veroorzaken

- Ook dodelijk bij mannen!

https://rijksvaccinatieprogramma.nl/animatie-wat-is-hpv

Hepatitis B

- virusinfectie waarbij de lever ontstoken raakt

- Zeer gevaarlijk 

Belangrijk om te weten

• Ken de symptomen!
• Laat je testen! (Neem contact op met huisarts of GGD)
• Informeer je seksuele contacten!

• Goed te behandelen!
• Blijvende schade als het onbehandeld blijft

Geboorteregeling / voorkomen van zwangerschap / anticonceptie

Fysiek / mechanisch

- voorkomen van samenkomen van geslachtscellen (condoom

pessarium, koperspiraal, sterilisatie)

Hormonaal

- voorkomen van ovulatie, innesteling (pil, prikpil, pleisterpil, Mirena spiraal, hormoonring, hormoonstaafje

Anticonceptiemiddelen / voorbehoedsmiddelen

Op de volgende slides volgen een aantal voorbehoedsmiddelen. Per middel moet je drie dingen kunnen beschrijven:

1) Vat samen hoe het middel zwangerschap voorkomt

2) Wat zijn de voordelen van dit middel

3) Wat zijn de nadelen van dit middel.

Het (normale) condoom

Het vrouwencondoom

De pil / anticonceptiepil

De hormonenspiraal (Mirena spiraal)

De prikpil

De koperspiraal

Sterilisatie (man)

Hoewel sterilisatie bij de vrouw medisch ook mogelijk is, wordt dit vaak niet aangeraden door artsen.
Geef hiervoor een biologische reden.

Wat is het verschil tussen sterilisatie (bij de man) en castratie?

Leg uit waarom castratie bij mannen nooit wordt toegepast.

Dan nog even dit...

Periodieke onthouding

• het hebben van onbeschermde seks
• BEHALVE op de vruchtbare dagen

Coitus interruptus

• het hebben van onbeschermde seks
• VOOR de zaadlozing de penis uit de vagina terugtrekken

Is coitus interruptus een geschikte wijze om verantwoord aan geboorteregeling te doen?

1. NEE
2. NEE
3. NEE
4. NEE

Is periodieke onthouding een geschikte wijze om verantwoord aan geboorteregeling te doen?

1. NEE
2. NEE
3. NEE
4. NEE

1) Geef een biologische reden waarom periodieke onthouding absoluut niet geschikt is voor geboortebeperking.
2) Geef een andere biologische reden waarom coitus interruptus absoluut niet geschikt is voor geboortebeperking..

Wat kan je na de les?

• Je kunt de verschillende anticonceptiemethodes noemen en uitleggen hoe zij zwangerschap voorkomen.
  
• Je weet waar iemand terecht kan bij een ongewenste zwangerschap.
  
• Je kunt uitleggen wat soa's zijn en voorbeelden van soa's noemen.
  
• Je weet welke voorbehoedsmiddelen wel, en welke geen bescherming bieden tegen soa’s.

En nu?

• Je hebt deze Lessonup afgemaakt
• Klaar? Verder met de opdrachten uit paragraaf 6.5 en 6.6 van 10voorBiologie