,

WRE 2AHA - Formuleren - §6 Variëren in zinslengte

Nederlands
Welkom 2AHA!
Cursus 6 - Formuleren - §6 Variëren in zinslengte
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Welkom 2AHA!
Cursus 6 - Formuleren - §6 Variëren in zinslengte

Slide 1 - Tekstslide

PLANNING
  • Lesdoelen
  • 10 minuten stillezen
  • Herhalingsvragen §5
  • Uitleg: §6 Variëren in zinslengte
  • Samen oefenen
  • Zelfstandig aan het werk

Slide 2 - Tekstslide

  • Je herkent het verschil tussen een enkelvoudige en een samengestelde zin.
  • Je kunt variëren in zinslengte om je tekst aantrekkelijker te maken. 
Lesdoelen

Slide 3 - Tekstslide

LEZEN 
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Er volgen nu wat herhalingsvragen

Slide 5 - Tekstslide

Maak hier een goedlopende zin van door woorden dichter bij elkaar te zetten. Bepaal zelf welke woorden dat zijn.

In Nederland moet je om een tatoeage te laten zetten 16 jaar
of ouder zijn.

Slide 6 - Open vraag

Formuleer een betere zin.

Een sollicitant kan op basis van zijn werkervaring
afgewezen worden.

Slide 7 - Open vraag

Maak hier een goedlopende zin van door woorden dichter bij elkaar te zetten. Bepaal zelf welke woorden dat zijn.

De ontzettend veelzijdige, heuvelachtige en bosrijke streek leent zich uitstekend voor een vakantie in eigen land.

Slide 8 - Open vraag

Je maakt een tekst aantrekkelijk door variatie in woordkeus en zinsopbouw. Daarnaast speelt de zinslengte een rol. Te veel lange of korte zinnen achter elkaar maken een tekst saai. Je tekst gaat dus meer leven als je lange en korte zinnen afwisselt.

Lange zinnen zijn vaak samengestelde zinnen met meer dan één persoonsvorm.

Korte zinnen zijn vaak enkelvoudige zinnen met maar één persoonsvorm. Deze geven meer tempo aan de gebeurtenissen in een verhaal en passen dus het best bij actie.


§6 Variëren in zinslengte
Formuleren §6 (blz. 244-245)

Slide 9 - Tekstslide

Pas op voor te lange zinnen, want …
lange (samengestelde) zinnen zijn voor een lezer meestal moeilijker te begrijpen dan kortere (enkelvoudige) zinnen; je maakt sneller een formuleringsfout in een lange zin.

Let op!

Slide 10 - Tekstslide

Door jouw woordkeuze en zinsopbouw maak je een tekst aantrekkelijk. We hebben al gezien dat het helpt om woorden die bij elkaar te horen, zo veel mogelijk bij elkaar te plaatsen.
De lengte van jouw zinnen is ook belangrijk. Te veel korte zinnen maken een tekst saai, te veel lange zinnen maken een tekst moeilijk te begrijpen. 

Zorg er dus voor dat je varieert in zinslengte.
§6 Variëren in zinslengte
Formuleren §6 (blz. 244-245)

Slide 11 - Tekstslide

Je kunt variëren in zinslengte door enkelvoudige en samengestelde zinnen met elkaar af te wisselen. 
§6 Variëren in zinslengte
Formuleren §6 (blz. 244-245)
Enkelvoudige zinnen
Samengestelde zinnen
Hebben slechts één persoonsvorm.
Hebben meerdere persoonsvormen.
Zijn vaak kort.
Zijn vaak lang.

Slide 12 - Tekstslide

Maak van deze twee zinnen een samengestelde zin.

Ik ben heel blij. Vandaag gaan we op vakantie.
timer
0:30

Slide 13 - Open vraag

Maak van de samengestelde zin twee enkelvoudige zinnen.

Ik ga vandaag voor de laatste keer hardlopen, want morgen
word ik geopereerd aan mijn knie.
timer
1:00

Slide 14 - Open vraag

Verbind de zinnen met elkaar door verwijswoorden of signaalwoorden te gebruiken.
Je mag de zinsvolgorde veranderen en woorden weglaten of toevoegen.

Daan gaat vandaag vroeger naar huis dan op een normale maandag.
Daan moet naar de tandarts.
Daan is erg zenuwachtig.

De dertienjarige Syb Faes uit Gilze pakte laatst zilver op het NK goochelen. De vereniging van Syb Faes uit Gilze had Syb Faes ingeschreven bij de volwassenen. Het juniorenkampioenschap ging niet door. Er waren te weinig inschrijvingen.
timer
2:00

Slide 15 - Open vraag

ZELFSTANDIG WERKEN
Wat:
Havo: opdracht 1 en 2
Vwo: opdracht 1 en 2 
Bladzijde 244-245
Hoe:
boek of online methode
Hulp:
Theorie op blz. 244
Tijd:
Tot het einde van deze les.
Klaar:
Als je §5 nog moeilijk vindt, maak dan de opdrachten van die paragraaf in de online methode.
Of oefen in de online trainer.

Slide 16 - Tekstslide