Prinsjesdag 2 GMHC 2022

• NT2
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Goedemorgen GMHC

Programma vandaag:

We gaan verder in Nieuwsbegrip (Lezen)

- Nieuwe woorden leren

- Lees-strategie leren

- Leren over de Nederlandse regering en wat Prinsjesdag is

Prinsjesdag

0

Lees-strategie

=> Wat doe je eerst als je een tekst wil begrijpen?

Lees-strategie

=> Nog eens / verder lezen

=> Kijk naar plaatje/foto

=> Kijk naar het woord, weet je al iets?

Lees-strategie

Weet je het nog niet? Dan:

=> Vragen aan anderen

=> Woordenboek

=> Google Translate / andere app?

Opdracht 1: Tekst lezen en moeilijke woorden

1. Kijk naar de tekst. Waar gaat de tekst over?

2. Luister en lees mee:

- Prinsjesdag

- regering

- belangrijk

- koningspaar

- arriveert

- 2018

- Willem-Alexander

- familie

- koning

- jongeren

- september

- Ridderzaal

- verkleden

- Màxima

- kinderen

Opdracht 1

=> Maak in je groepje opdracht 1, vragen 3 (+ 4 voor niveau AA).

Moeilijk woord?

- Nog eens/verder lezen

- Kijk naar plaatje/foto

- Lijkt het op een ander woord?

Weet je het woord nog niet?

Dan:

-> Vragen aan ander

-> Woordenboek

-> Google Translate / app

Opdracht 1

Maak in je groepje vragen: 5 -9 (en 4 voor niveau A)

Let op:

- samen overleggen

- aan elkaar uitleggen

Vraag 5 (AA): Lees regel 16. Wat betekent "zich verkleden"?

1. Al je kleren uittrekken
2. Andere kleren aantrekken
3. je kleren heel vies maken

Vraag 6 (AA): Lees regel 21. Wat betekent "de koets"?

1. Een gebouw waar ridders met hun paarden woonden
2. Een mooie kar die door paarden wordt getrokken
3. Een mooie stoel van glas waar de koning altijd op zit

Vraag 7 (AA): Lees regel 23. Wat betekent "het koningspaar"?

1. Alle kinderen van de koning
2. De koning en de koningin samen
3. De koning van een paar landen

Vraag 8 (AA): Lees regel 28. Wat betekent "arriveren"?

1. Aan een lange reis beginnen
2. Even stoppen om uit te rusten
3. Na een lange reis ergens aankomen

Vraag 9 (AA): Lees regel 35. Wat betekent "de mening"?

1. Wat je erover weet
2. Wat je ervan vindt
3. Wat niet waar is

Wat vond je de beste strategie in het lezen?

Nog een keer/verder lezen

Kijken naar plaatje/foto

Ken je iets van het woord

Opdracht 2

Wie? Wat? Waar? Wanneer

Maak deze opdracht in je groepje.

Wie = persoon

Wat = ding, iets

Waar = plaats

Wanneer = tijd/moment

Opdracht 3 

Vragen over de tekst beantwoorden

=> Maak de vragen over de tekst in je groepje

Kijken naar filmpje in Nieuwsbegrip:

https://school.nieuwsbegrip.nl/docent/dashboard/2018/38

(je mag aantekeningen maken...)