§2.5 Strijden of sporten

Een vakantiefoto van mij uit 2009

Waar is dit?

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Een vakantiefoto van mij uit 2009

Waar is dit?

Slide 1 - Tekstslide



timer
0:30
Bekijk 30 seconden erg goed naar het plaatje. Je krijgt er zo een vraag over:

Slide 2 - Tekstslide


timer
0:45
Welke 6 sporten beoefende de Grieken tijdens de Olympische Spelen?

Slide 3 - Open vraag

Antwoord:

1. Hardlopen

2. Speerwerpen

3. Discuswerpen

4. Worstelen

5. Boksen 

6. Ver springen

Slide 4 - Tekstslide

Aan het eind:

- weet je te omschrijven hoe de oorlogen tussen de Grieken en de Perzen verliepen;

- kun je enkele kenmerken van Alexander de Grote benoemen;

- kun je kort de geschiedenis van de Olympische Spelen verwoorden;

- kun je zeggen wat de winnaar van een Olympische sport in de Griekse Oudheid als beloning kreeg.

Slide 5 - Tekstslide

Strijden voor de stadstaat





Volgende dia: Akropolis Athene

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Kaart

Oorlog tegen de Perzen

Slide 8 - Tekstslide

Welke opmerking over de strijd van de Grieken tegen de Perzen is juist?
A
Griekse legers vielen gezamenlijk Perzië binnen en veroverden de kustgebieden in het westen van dit rijk.
B
In de 5e eeuw wisten de Griekse stadstaten samen tweemaal een invasie van de Perzen te verslaan.
C
In de 6e eeuw veroverden de Perzen een groot deel van Griekenland, maar in de 5e eeuw wisten de Grieken hen weer te verdrijven.
D
Na een lange overheersing door de Perzen kwamen de Grieken in opstand en werden ze onafhankelijk.

Slide 9 - Quizvraag

Alexander de Grote

Slide 10 - Tekstslide


Twee uitspraken over Alexander de Grote:
I. Alexander viel met zijn leger het Perzische rijk binnen en veroverde daar een groot rijk.
I. Hij was zo vol bewondering over de Perzische cultuur, dat hij deze als cultuur van zijn rijk liet verspreiden.
A
Beiden uitspraken zijn juist.
B
Beide uitspraken zijn onjuist.
C
Uitspraak I is juist, Uitspraak II is onjuist.
D
Uitspraak I is onjuist, Uitspraak II is juist.

Slide 11 - Quizvraag

Sport en religie

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Twee uitspraken over de Olympische Spelen:

I. De Olympische Spelen werd gehouden ter ere van de godin Olympia, vandaar de naam "Olympische Spelen".
II. Als stadstaten met elkaar in oorlog waren, sloten ze vrede als de Olympische Spelen werden gehouden.

A
Beide uitspraken zijn juist.
B
Beide uitspraken zijn onjuist.
C
Uitspraak I is juist, Uitspraak II is onjuist
D
Uitspraak I is onjuist, Uitspraak II is juist.

Slide 14 - Quizvraag

Om de eer

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

In welke Griekse stad zijn de eerste Olympische Spelen gehouden?
A
Athene
B
Olympia
C
Delphi
D
Issos

Slide 17 - Quizvraag

Wat werd in de Griekse Oudheid tijdens de Olympische Spelen tijdelijk stilgezet?
A
Theatervoorstelling, zoals tragedies en komedies
B
Oorlogen
C
De handel tussen stadstaten
D
Offers brengen aan Griekse goden

Slide 18 - Quizvraag

Hoe heette de belangrijkste god van de Oude G
rieken?
A
Aphrodite
B
Zeus
C
Poseidon
D
Odysseus

Slide 19 - Quizvraag

Wat was in de Griekse oudheid geen Olympische sport?
A
Hardlopen
B
Discuswerpen
C
Kogelstoten
D
Speerwerpen

Slide 20 - Quizvraag


Hiernaast zie je de Olympische ringen. Welk werelddeel (= continent) stelt de rode ring voor?
A
Europa
B
Azië
C
Afrika
D
Noord-Amerika

Slide 21 - Quizvraag

Hoe vaak worden de Olympische Spelen gehouden?
A
Eens in de 2 jaar
B
Eens in de 4 jaar
C
Eens in de 5 jaar
D
Eens in de 10 jaar

Slide 22 - Quizvraag

Waar waren de Olympische Spelen in 1928?
A
Amsterdam
B
Berlijn
C
Athene
D
Londen

Slide 23 - Quizvraag

Geef antwoord op de leerdoelen:
- weet je te omschrijven hoe de oorlogen tussen de Grieken en de Perzen verliepen;
- kun je enkele kenmerken van Alexander de Grote benoemen;
- kun je kort de geschiedenis van de Olympische Spelen verwoorden;
- kun je zeggen wat de winnaar van een Olympische sport in de Griekse Oudheid als beloning kreeg.

Slide 24 - Open vraag