Maar de Heer was niet in de storm. Na de storm kwam er een aardbeving en daarna vuur. Maar de Heer was daar niet in. Toen klonk er alleen het zachte suizen van de stilte. Toen Elia dat hoorde deed hij zijn mantel voor zijn gezicht. Hij liep naar buiten en ging voor de opening van de grot staan. Daar hoorde hij een stem die zei: ‘waarom ben je hier Elia?’ Elia antwoordde: ‘Heer, almachtig God, ik heb met al mijn kracht voor U gevochten. Maar de Israëlieten blijven ontrouw aan U. Ze hebben Uw altaren verwoest en Uw profeten gedood. Ik ben de enige die nog overgebleven is. En nu willen ze mij ook nog doden!’