Les 2, deel 1/3: Anders de weg vinden

Les 2: Anders de weg vinden
DEEL 1
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WoordenschatWereldoriëntatie+1BasisschoolGroep 6

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Les 2: Anders de weg vinden
DEEL 1

Slide 1 - Tekstslide

NB:
Dit lesmateriaal is tot stand gekomen in de periode 2021 - 2024 in het project UGO (Utrecht Gelijke Onderwijskansen) op basis van het curriculum van de voormalig Brede School Academie (BSA) Utrecht en in samenwerking met de gemeente Utrecht en de Utrechtse schoolbesturen PCOU Willibrord, SPO Utrecht en KSU. Het project UGO eindigt op 1 oktober 2024.

 
       weet je meer over GPS-satellieten;

       heb je kennisgemaakt met tien
       nieuwe woorden.

     Aan het eind van dit deel van de les:

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de introductie
op de tekst
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De weg vinden
Om zonder apparaten te kunnen navigeren, is het belangrijk dat je iets weet over de windrichtingen. Verder heb je in de natuur zelf allerlei hulpmiddelen om de  goede richting te vinden. Bomen bijvoorbeeld! En waar kun je allemaal nog meer gebruik van maken?
de introductie
de woordenschat
Je hebt vast wel eens van GPS of TomTom gehoord; navigatiesystemen. Wat weet jij daar al van? In de volgende slide kun je invullen wat je al weet.
terugblikken en vooruitkijken

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul in waar jij aan denkt bij dit onderwerp.
navigatiesystemen
de introductie
terugblikken en vooruitkijken
de woordenschat

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

het introductiefilmpje
Vóórdat je in deel 2 van de les de tekst 
gaat lezen, ga je dit filmpje bekijken.
In het filmpje wordt uitgelegd hoe satellieten met het GPS-systeem 
op je telefoon communiceren en 
zo weten waar je bent.
Klik op de oranje tekst om het filmpje te starten.
de introductie
de woordenschat

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen beantwoorden
In deze lessen ga je vaak vragen beantwoorden:
     Van sommige vragen staat het antwoord in de tekst of hoor of zie je het 
     antwoord in het introductiefilmpje. Dit zijn de lees- en kijkvragen.
     Bij andere vragen is dat niet zo. Daarop vind je je antwoord door goed na te
     denken over de informatie uit de tekst of het introductiefilmpje. Die vragen 
     noemen we denkvragen.

de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken
Bij deze lessen hoort een hand-out met uitleg over hoe je op een goede manier antwoord geeft op de denkvragen. Vraag ernaar bij je leerkracht en maak steeds gebruik van de tips. Die gelden natuurlijk ook voor andere vragen!

Slide 7 - Tekstslide

Print de hand-out 'Denkvragen beantwoorden' voor je leerlingen uit en besteed er deze 1e les van het blok veel aandacht aan.

Het is de bedoeling dat de leerlingen steeds gebruik maken van de tips en handvaten die in de hand-out geboden worden en zich deze manier van antwoord geven eigen gaan maken.

Benoem dit regelmatig bij de open vragen.

Hoe weet je telefoon hoe ver de satelliet weg is?
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 8 - Open vraag

Best lastig hè! Je telefoon en de satelliet hebben allebei een heel precieze klok. De satellieten 'stralen' steeds de tijd uit naar onder andere je telefoon. Door het verschil in tijd tussen het satellietsignaal en de tijd op je telefoon, kan de afstand berekend worden door GPS-systemen.

Wanneer zou jij een navigatiesysteem gebruiken? Leg uit.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

woordenschat
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bepalen
onontbeerlijk
navigeren
het hulpmiddel
  zodra
In de tekst die je in deel 2 van deze les gaat lezen, leer je tien nieuwe woorden.
Hier zie je alvast de eerste vijf:
Woord: onontbeerlijk
Betekenis: als je er niet zonder kunt 
Voorbeeldzin: Als je topvoetballer wilt worden, is een goede conditie onontbeerlijk.
4
Woord: het hulpmiddel
Betekenis: iets wat helpt bij wat je doet
Voorbeeldzin: Een woordenlijst is een handig hulpmiddel als je wilt leren voor een woordenschattoets.
1
Woord: zodra
Betekenis: meteen als
Voorbeeldzin: Bel je me zodra jullie klaar zijn met het versieren van de klas? Dan kom ik je meteen halen!
2
Woord: navigeren
Betekenis: ergens heen gaan volgens een bepaalde route
Voorbeeldzin: Hij vond het heel erg lastig om zonder Tom-Tom te navigeren. Maar gelukkig konden ze de borden volgen.
3
Woord: bepalen
Betekenis: te weten komen
Voorbeeldzin: De juf kon bepalen of ik een voldoende had voor de toets, door te tellen hoeveel antwoorden ik goed had. 
5
Klik op het nummer bij het woord om
de betekenis van het woord en een
voorbeeldzin te laten verschijnen.
Klik op het geluidsfragment om het woord te beluisteren.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 11 - Tekstslide

Kernbegrippen uit de tekst:
•    navigeren
•    het hulpmiddel

(zie ook 4.2.1 van de 'Algemene handleiding PO')

tevens
  vaststellen
opgaan voor
gedurende
uitdokteren
En hier de tweede helft van de nieuwe woorden:
Woord: uitdokteren
Betekenis: uitzoeken
Voorbeeldzin: Als je in een andere stad gaat wonen, moet je opnieuw uitdokteren hoe je het snelste bij je school, je sportclub en de winkels komt. 
6
Woord: gedurende
Betekenis: tijdens
Voorbeeldzin: Gedurende de CITO-toets mochten we niet met elkaar praten.
7
Woord: tevens
Betekenis: ook
Voorbeeldzin: Mijn oom is kok, maar tevens leraar. Hij kon gewoon niet kiezen. 
8
Woord: vaststellen
Betekenis: te weten komen
Voorbeeldzin: Na de storm stelde de boswachter vast dat er wel 15 bomen waren omgewaaid.
9
Woord: opgaan voor
Betekenis: zo zijn
Voorbeeldzin: De meeste kinderen vinden het leuk om te zwemmen, maar voor Rosa gaat dat niet op. Zij is een beetje bang voor water.
10
Klik ook hier op het nummer bij het woord om de betekenis van het woord en een voorbeeldzin te laten verschijnen.
Klik op het geluidsfragment om het woord te horen.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelen met de woorden: memory!
Klik links op de tentkaartjes en lees de betekenis die dan verschijnt. Kijk aan de rechterkant welk woord erbij hoort. Klap het tentkaartje eerst dicht en sleep het dan naar het bijbehorende woord aan de rechterkant.
 
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken
het hulpmiddel
zodra
navigeren
onontbeerlijk
bepalen
vrij
gedurende
tevens
vaststellen
opgaan voor
te weten komen
tijdens
ook
zo zijn
te weten komen
best wel
als je er niet zonder kunt
het navigatiesysteem
iets wat helpt bij wat je doet
meteen als

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van deze woorden kende je al? Sleep ze naar het juiste vak.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken
Ja, dit woord ken ik al
Nee, dit woord ken ik nog niet
het hulpmiddel
zodra
navigeren
 onontbeerlijk
bepalen
uitdokteren
gedurende
vaststellen
tevens
opgaan voor

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

terugblikken & vooruitkijken
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd over satellieten en GPS?
satellieten en GPS
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De tekst die je in deel 2 gaat lezen, 
gaat over verschillenden manieren
en hulpmiddelen 
om te navigeren.
In de volgende dia 
kun je invullen wat 
je daar al over weet.
het onderwerp van de tekst
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over dit onderwerp?
manieren om te navigeren
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken
jij al

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Je bent nu klaar met deel 1 van deze les.
Veel plezier met deel 2!
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies