Thema 2 les 1 & 2

Groene productie
Les 1: Groeifactoren van een plant
Les 2: Grondsoorten
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Groene productieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Groene productie
Les 1: Groeifactoren van een plant
Les 2: Grondsoorten

Slide 1 - Tekstslide

Lesindeling
  • Terugblik hoofdstuk 1 -> Test jezelf
  • Leerdoelen
  • Les 2.1 Groeifactoren van een plant
  • Les 2.2 Grondsoorten
  • Doe-opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Test jezelf
  • Ga naar myspot  --> PM 1 --> groene productie
  • Maak test jezelf hoofdstuk 1
  • Geef je score door --> niet doorgegeven moet je hem opnieuw maken
  • Tijdsduur: 30 minuten
  • Klaar? Lees je hoofdstuk 2 les 1 en 2 door
timer
30:00

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen en laten zien hoe je de groei van planten bevordert
  • Je kunt uitleggen hoe en waarom je de grond moet bewerken voor het       zaaien & poten 
  • Je kunt de meest voorkomende grondsoorten en teeltmedia herkennen & benoemen
  • Je kunt de pH-waarde en EC-waarde van grond bepalen en op basis daarvan de juiste maatregelen nemen (KB)

Slide 4 - Tekstslide

5 groeifactoren

  • Warmte
  • Water
  • Licht
  • Lucht
  • Voedingsstoffen 

Slide 5 - Tekstslide

Fotosynthese
  • CO2 uit de lucht 
  • Water uit de grond
  • Zon zet om in glucose
  • Zuurstof is afvalstof
  • Benodigde stoffen 

Slide 6 - Tekstslide

Noem 1 groeifactor

Slide 7 - Open vraag

Licht, lucht, warmte & water
  • Licht kan van zon of lampen zijn
  • 's avonds kaslicht
  • Veel of juist weinig licht
  • Ideale temperaturen
  • Plant = 90% water
  • Voor fotosynthese, stevigheid & voedingsstoffen 

Slide 8 - Tekstslide

Grondbewerking
Elk jaar ploegen of spitten
Voor verse grond, groenbemester, mest, of onkruid onder te werken
Wortels gaan groeien door lucht --> minder wateroverlast
Ploegen = grond bewerken waarbij deze is omgedraaid
Spitten = Grond wordt losser, maar niet gedraaid

Slide 9 - Tekstslide

Zaaiklaar maken
  • Na het ploegen
Machines zorgen dat grond:
  • verkruimeld
  • Vlak ligt
  • Niet te los
  • Niet te vast 

Slide 10 - Tekstslide

Spitten
Ploegen
Grond bewerken waarbij deze is omgedraaid
Grond wordt losser, maar niet gedraaid

Slide 11 - Sleepvraag

Slide 12 - Tekstslide

Grondsoorten
  • Zand, Löss, klei & veen
  • Allemaal eigen gewassen
  • Westen & oost (zand) hebben tuinbouw & bloembollen
  •  Betuwe (klei) hebben fruitbomen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Kunstmatige grond
= Substraten
  • Goed water vast houden
  • Plant moet goed kunnen wortelen
  • Steriel, want minder kans op ziektes
  • Geen voedingsstoffen 

Slide 15 - Tekstslide

Zuurgraad van de grond
  • Zuurgraad = pHwaarde
  • Tussen 4,5 & 7,3 
  • Te laag = kalk toevoegen
  • Te hoog = turf toevoegen  

Slide 16 - Tekstslide

Mineralen in de grond
  • Voeding in grond = EC-waarde
  • Elektro Conductiviteit
  • Te laag = voedingszouten toevoegen
  • Te hoog = water toevoegen 

Slide 17 - Tekstslide

Het meten van de de zuurgraad doen we door middel van de
A
EC-waarde
B
pH-waarde
C
AB-waarde
D
GI-waarde

Slide 18 - Quizvraag

Huiswerk


Hoofdstuk 2 les 2.1 + 2.2 van je werkboek 

Slide 19 - Tekstslide

Doe opdrachten
Teeltmedia onderzoeken

Tijdsduur:

Samenwerking: Ja, per tweetal
Lees eerst goed de opdracht --> daarna pas aan de slag!

timer
45:00

Slide 20 - Tekstslide

Doe opdrachten
Keuze opdracht
- substraten herkennen
- grondbewerkingsmachines vergelijken

Tijdsduur:

Samenwerking: Nee --> iedereen levert opdracht zelf in

timer
30:00

Slide 21 - Tekstslide