2.2 meer dan één kracht

Wat gaan we doen?
Herhalen 2.1
bespreken opdracht 8 en 9

Uitleg 2.2

Maken 2.2 
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
Herhalen 2.1
bespreken opdracht 8 en 9

Uitleg 2.2

Maken 2.2 

Slide 1 - Tekstslide

Noem verschillende krachten

Slide 2 - Woordweb

Het symbool voor zwaartekracht is
A
F
B
Fz
C
Fg
D
Fs

Slide 3 - Quizvraag

Een steen oefent een kracht uit op de hand van 15 N
Wat is de lengte van de pijl die je moet tekenen?
A
1 cm
B
3 cm
C
5 cm
D
15 cm

Slide 4 - Quizvraag

Wat hoeft een krachten tekening NIET te hebben?
A
Lengte
B
Dikte
C
Aangrijpingspunt
D
Richting

Slide 5 - Quizvraag

De schaal van een getekende pijl is 1 cm = 10N. We willen een kracht van 5N tekenen, hoe groot is de pijl?
A
0,5cm
B
2cm
C
0,1cm
D
12cm

Slide 6 - Quizvraag

Je moet een kracht tekenen met een grootte van 600 N.

Welke krachtenschaal is het handigst?
A
1 cm ≙ 0,1 N
B
1 cm ≙ 1 N
C
1 cm ≙ 10 N
D
1 cm ≙ 100 N

Slide 7 - Quizvraag

Hoe heet het aangrijpingspunt van de zwaartekracht?
A
zwaartepunt
B
gewichtspunt
C
aantrekkingspunt

Slide 8 - Quizvraag

krachtenschaal 1 cm = 50 N
de krachtenpijl is 5 cm. Hoe groot is de kracht?
A
50 N
B
250 N
C
125 N
D
75 N

Slide 9 - Quizvraag

Waar zit het aangrijpingspunt van de zwaartekracht en wat is de richting van de zwaartekracht.
A
aangrijpingspunt is in het midden, de richting omlaag
B
aangrijpingspunt is in het midden, de richting omhoog
C
aangrijpingspunt is op de plek waar je de grond raakt, de richting omlaag
D
aangrijpingspunt is op de plek waar je de grond raakt, de richting omhoog

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de eenheid van zwaartekracht?
A
Watt
B
Newton per kilogram
C
Newton
D
Volt

Slide 11 - Quizvraag

Lees de grootte van de kracht op de krachtmeter af.
De kracht is...
A
2,5N
B
2,2N
C
2,6N
D
2,8N

Slide 12 - Quizvraag

Zwaartekracht
Veerkracht
Spankracht

Slide 13 - Sleepvraag

Bereken de zwaartekracht van Lotte op de maan. Lotte weegt 69 kg en op de maan is
g=1,6 N/kg.
A
69 N
B
43,1 N
C
110,4 N
D
676,2 N

Slide 14 - Quizvraag

Doelen §2.2
  • Symbolen van krachten benoemen
  • veerconstante bepalen van een veer
  • krachten in evenwicht 

Slide 15 - Tekstslide

§2.2
Krachten in evenwicht

Eerst rekt veer uit = geen evenwicht
In afbeelding = evenwicht 

Slide 16 - Tekstslide

§2.2
Normaalkracht = een reactie op zwaartekracht
Er is dan evenwicht

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Resultante is 0 N
  • Als krachten in evenwicht zijn, heffen 
       ze elkaar op.
  • Het lijkt dan alsof er geen krachten 
       op een voorwerp inwerken.
  • Je zegt dan de resultante is 0 N
  • Resultante wordt ook wel 'nettokracht', 'somkracht' of 'resulterende kracht' genoemd.

Slide 19 - Tekstslide

Veerkacht
C=uF
Uitrekking is wat de veer langer is geworden!
Dus niet de totale lengte 

Slide 20 - Tekstslide

§2.2
Uitrekking van een veer

Slide 21 - Tekstslide

Aan het werk 
huiswerk
Lezen 2.2
maken 2.2: 
1 t/m 4

Slide 22 - Tekstslide

Les 2

Slide 23 - Tekstslide

Krachten langs dezelfde lijn
Als krachten langs dezelfde lijn liggen kun je de resultante berekenen door de krachten bij elkaar op te tellen.
Voorbeeld 1
Zelfde richting
Voorbeeld 2
Tegenovergestelde richting

Slide 24 - Tekstslide

Resultante bepalen
Krachten liggen op 1 lijn:
Zelfde richting:  
FR = F1 + F2

Tegenovergestelde richting:
FR = F1 - F2

Slide 25 - Tekstslide

Krachten samenstellen
  • Soms heb je krachten die in 
      verschillende richtingen werken.
  • Om dan de resultante te vinden 
      moet je de krachten samenstellen. 
  • Beide de grootte en richting van de resultante kracht zijn hier van belang.

    Slide 26 - Tekstslide

    Parallelogram
    1. Kies een geschikte schaal.
    2. Teken de krachten op schaal onder de juiste hoek (net als twee zijden van een parallelogram).
    3. Maak de parallelogram af.
    4. Teken een pijl van het beginpunt naar het tegenoverliggende hoekpunt.
    5. Meet de lengte van de pijl, en bereken de grootte.

    Slide 27 - Tekstslide

    Voorbeeld uit het boek

    Slide 28 - Tekstslide

    Slide 29 - Video

    Samenvatting:
    • Krachten die langs dezelfde lijn liggen kun je bij elkaar optellen om de resultante kracht te bepalen.
    • Krachten die in verschillende richtingen werken kun je samenstellen, en met een parallelogram kun je de resultante kracht bepalen.

    Slide 30 - Tekstslide

    Resultante kracht 
    Resultante kracht = alle krachten samen

    Slide 31 - Tekstslide

    Wat is de resultante kracht?
    A
    490 N rechts
    B
    490 N links
    C
    150 N rechts
    D
    150 N links

    Slide 32 - Quizvraag

    Wat is de
    nettokracht?
    A
    186N
    B
    8360N
    C
    1,45N
    D
    34N

    Slide 33 - Quizvraag

    Bereken de nettokracht bij afbeelding 1 en 2.
    690N
    310N
    90N
    510N

    Slide 34 - Sleepvraag

    Wat is de grootte en richting van de nettokracht?
    A
    510 Newton naar links
    B
    510 newton naar rechts
    C
    130 Newton naar links
    D
    130 Newton naar rechts

    Slide 35 - Quizvraag

    Wat is
    de
    nettokracht?
    A
    25N
    B
    225N
    C
    1,25N
    D
    12500N

    Slide 36 - Quizvraag

    Vraag 1: In welke van de volgende tekeningen is de resultante kracht(blauw) goed getekend?
    A
    B
    C
    D

    Slide 37 - Quizvraag

    10 mg = g

    Slide 38 - Open vraag

    Bereken de veerconstante van een veer die 6,0 cm uitrekt bij een kracht van 42 N.

    Slide 39 - Open vraag

    440 g = kg

    Slide 40 - Open vraag

    Wat is de veerconstante in N/cm van veer 2?

    Slide 41 - Open vraag

    Zwaartekracht
    g= 9,81 N/kg op aarde 
    Fz=mg

    Slide 42 - Tekstslide

    Veerkacht
    C=uF
    Uitrekking is wat de veer langer is geworden!
    Dus niet de totale lengte 

    Slide 43 - Tekstslide

    Aan het werk 
    Huiswerk (havo)

    Huiswerk (vwo)
    Lezen 2.2
    maken 2.2:
    1 t/m 9
    maken 2.2:
    5 t/m 9

    Slide 44 - Tekstslide

    Video's
    Krachten tekenen          Krachten optellen            Zwaartekracht
    Massa, zwaartekracht gewicht      Veerconstante

    Slide 45 - Tekstslide