Themales - Je brein organiseren

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
StudievaardighedenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van deze les
  • Jullie weten waarom het belangrijk is dat er hersenonderzoek wordt gedaan over het leren.
  • Jullie weten hoe de hersenen informatie doorgeven.
  • Jullie begrijpen dat leren betekent dat er verbindingen ontstaan tussen neuronen.

Slide 2 - Tekstslide

Training is niet alleen van belang voor je lichaam, maar ook voor je hersenen. Breinspelletjes zijn enorm populair. Welke breinspelletjes ken jij?

Slide 3 - Open vraag

Brain games
Vorm een rij of halve cirkel.
Wie kan het beste dingen onthouden en wie het minst.
Jullie moeten er samen uitkomen.

BELANGRIJK! Goed luisteren naar elkaar!

Slide 4 - Tekstslide

Ik ga naar school en neem mee...

  • Zijn er geen dingen meer te verzinnen die met school te maken hebben?  Verzin iets geks: mijn hond, koelkast, etc.

Slide 5 - Tekstslide

Vond je het spel makkelijk of moeilijk?
Waren er dingen die je gemakkelijker kon onthouden dan andere?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Een ander woord voor zenuwcel is
A
aandacht
B
verbindingen
C
neuron
D
berichten

Slide 11 - Quizvraag

Je hebt zo'n 86 ..... neuronen
A
honderd
B
miljard
C
miljoen
D
blauwe

Slide 12 - Quizvraag

Een neuron geeft ...... door aan andere neuronen.
A
stroom
B
neuron
C
aandacht
D
berichten

Slide 13 - Quizvraag

Een neuron geeft berichten door via ..... prikkels
A
elektrische
B
gekleurde
C
papieren
D
dikke

Slide 14 - Quizvraag

Door leren ontstaan er ..... tussen neuronen
A
verbindingen
B
kloven
C
gaten
D
stappen

Slide 15 - Quizvraag

De dingen waar je ...... aan geeft bepalen welke verbindingen er tussen de neuronen ontstaan.
A
plezier
B
berichten
C
pauze
D
aandacht

Slide 16 - Quizvraag

Hoe meer je ....., hoe meer verbindingen er tussen neuronen ontstaan.
A
pauzeert
B
berichten
C
leert
D
kapt

Slide 17 - Quizvraag

Op deze manier kun je ...... bepalen waar je goed in wordt.
A
niet
B
zelf
C
soms
D
familie

Slide 18 - Quizvraag

Hebben we de doelen behaald?
  • Waarom kun je je brein een supercomputer noemen?  
  • Hoe kun je zelf invloed uitoefenen op hoe je hersenen zich ontwikkelen?
  • Wat vond je interessant aan deze les?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

wat zijn de doelen van deze les?
  • Jullie kunnen veranderingen noemen die plaatsvinden tijdens de puberteit.
  • Jullie begrijpen dat emoties een belangrijke rol spelen bij het leren.
  • Jullie begrijpen het belang van goed uitgeslapen op school komen.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Waar of niet waar?
Voor leren maak je vaak gebruik van het hersengebied direct achter je voorhoofd.
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Jongeren in de puberteit worden geslachtsrijp. Dat komt omdat ze niet meer op de basisschool zitten.
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Emoties spelen een belangrijke rol bij leren en bepalen of je wel of niet gemotiveerd bent om je best te doen.
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Jongeren in de puberteit kunnen zich beter beheersen dan toen ze nog niet in de puberteit waren.
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Jongeren hebben soms moeite met het maken van een langetermijnplanning
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Verbanden zien tussen dingen speelt een belangrijke rol bij leren
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Het herkennen van gevoelens in gezichtsuitdrukkingen helpt je om anderen beter te begrijpen
A
waar
B
niet waar

Slide 34 - Quizvraag

Jongeren groeien niet als ze slapen. dat komt omdat er tijdens de slaap geen groeihormoon wordt aangemaakt.
A
waar
B
niet waar

Slide 35 - Quizvraag

Wan welke verandering in de puberteit had je nog niet eerder gehoord?

Slide 36 - Open vraag

Over welke verandering ga je misschien wel aan anderen vertellen?

Slide 37 - Open vraag

Kun jij 's avonds goed in slaap komen?
ja
gaat wel
nee

Slide 38 - Poll

Kun jij 's ochtends goed uit bed komen?
ja
gaat wel
nee

Slide 39 - Poll

Op welk moment van de dag voel jij je het helderst?
voor in de morgen
achter in de morgen
voor in de middag
achter in de middag
voor in de avond
later op de avond

Slide 40 - Poll

zoek elkaar op
Kun jij ook zo slecht je bed uitkomen? Of heb je daar geen last van? Als je er geen last van hebt, zoek dan iemand in de klas die er wel last van heeft en vertel wat jij doet om uitgeslapen op te staan.
Heb je er wel last van zoek dan iemand in de klas die er geen last van heeft en die je misschien wat tips kan geven. Vraag tips aan meerdere klasgenoten.

Slide 41 - Tekstslide

Welke tips kreeg je?

Slide 42 - Woordweb