Conjunctions

Conjunctions (voegwoorden)
so - or - and - because - because of - since - as - so that - but - yet - however - although - though - despite - until - before - after - when - while - if
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Conjunctions (voegwoorden)
so - or - and - because - because of - since - as - so that - but - yet - however - although - though - despite - until - before - after - when - while - if

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom voegwoorden?

Weet je de betekenis, dan weet je het doel.
Daarmee kun je sneller een tekst begrijpen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn voegwoorden?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conjunctions - voegwoorden
Leer deze uit je hoofd!
Theory reader p. 46

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We left early, so we were home on time.
Wat is het doel van 'so'?
A
geeft een gevolg aan
B
legt een keuze uit
C
geeft een opsomming
D
geeft een oorzaak aan

Slide 5 - Quizvraag

We left early = aanleiding
we were home on time = gevolg

so -> geeft gevolg aan
This is the best store if you like gadgets.
Wat is het doel van 'if'?
A
geeft een gevolg aan
B
legt een keuze uit
C
geeft een voorwaarde
D
geeft een oorzaak aan

Slide 6 - Quizvraag

if you like gadgets = voorwaarde
this is the best store = resultaat

if geeft voorwaarde aan
He failed the test despite his hard work.
Wat is het doel van 'despite'?
A
geeft een tijd aan
B
legt een keuze uit
C
geeft een voorwaarde
D
geeft een tegenstelling aan

Slide 7 - Quizvraag

He worked hard = positief
he failed the test = negatief

despite geeft tegenstelling aan
Conjunctions:

Would you like coffee ................. tea?
A
but
B
or
C
because
D
and

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Conjunctions
.... Suzy's illness she passed her exams.
A
till
B
though
C
despite
D
if only

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Conjunctions
.... Suzy's illness she passed her exams.
A
Till
B
Though
C
Despite
D
If only

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Conjunctions
I've got something to say, .... we're all here.
A
even though
B
unless
C
since
D
so that

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

My train got delayed
She is very rich. 
You can have chocolate
I didn't buy the dress
I'm late for work.
, she's not very happy.
vanilla ice cream.
I really loved it.
although
or
so
however

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak af:
She was mad ... I stole her make-up.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak af:
Yesterday the heating was broken, ..... we wore coats in class.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies