De ogen

Het oog 
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Het oog 

Slide 1 - Tekstslide

De leerdoelen
  • Je kent de onderdelen van het oog.
  • Je weet hoe je oog beschermt wordt
  • Je kunt uitleggen hoe het zien van kleuren werkt.
  • Je kan aangeven tussen welke golflengtes je gekleurd licht kan waarnemen.


Slide 2 - Tekstslide

Weet je nog?
Het oog:

 prikkel => ?
zintuig   =>      lichtzintuig
orgaan   =>       het oog

Slide 3 - Tekstslide

de weg van het licht door je oog

Slide 4 - Tekstslide

De onderdelen van het oog 

Slide 5 - Tekstslide

Binnenkant van het oog
  • Oogspier: draaien het oog in de richting waar je naar kijkt.
  • Hoorvlies: doorzichtig en beschermt de iris en de pupil.
  • Iris: gekleurde gedeelte
  • Pupil: opening in de iris
  • Lens: helpt bij het scherpstellen van het beeld.
  • Harde oogvlies: buitenste laag van het oog.
  • Vaatvlies: middelste laag van het oog, voorziet het oog van zuurstof en voedingsstoffen.
  • Netvlies: binnenste laag van het oog, hierin liggen de zintuigcellen.
  • Gele vlek: zie je het scherpst mee, bevat alleen kegeltjes.
  • Blinde vlek: heeft geen zintuigcellen, ligt bij de oogzenuw.
  • Glasachtig lichaam: doorzichtige geleiachtige massa.

Slide 6 - Tekstslide



Hoornvlies:
Licht doorlatend en beschermt 

Iris: 
Regelt de hoeveelheid licht die in het oog valt. Geeft door kleurstoffen het oog kleur. 

Harde oogvlies: 
Ook wel harde oogrok genoemd. Geeft stevigheid.

Netvlies:
Omzetten van lichtprikkels in impulsen

Gele vlek: 
Op deze plek probeer je het beeld op het netvlies te krijgen zodat je scherp ziet.

Lens: Verkleint en draait het beeld om


Oogzenuw: 
Stuurt impulsen (elektrische signaaltjes) naar de hersenen.

Blinde vlek: 
Dit is de plek waar de zenuw zit. Als een beeld hierop valt, zie je het niet.

Glasachtig lichaam: 
Geeft stevigheid

Vaatvlies (bloedvaatjes). 
Geeft het oog van zuurstof en voedingsstoffen en zorgt voor de afvoer van bijv. afvalstoffen.

Pupil: 
Licht gaat door dit gat.  Bij een ander  zie je het donkerste binnen van het oog. De grootte wordt bepaald door de iris.



Leer de functies van de onderdelen van het oog

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een oog
A
cel
B
weefsel
C
orgaan
D
organenstelsel

Slide 8 - Quizvraag

sleep de namen naar de juiste nummers 
onderdelen oog 



1
5
7
9
iris
blinde vlek
netvlies
vaatvlies
hoornvlies
gele vlek
pupil

Slide 9 - Sleepvraag

Welk onderdeel van het oog bevindt zich op de plek waar de oogzenuw het oog verlaat?
A
Blinde vlek
B
Gele vlek
C
Netvlies
D
Pupil

Slide 10 - Quizvraag

In de afbeelding is een schematische tekening van de delen van de binnenkant van het oog.

Geef de namen van onderdelen 5, 9 t/m 12.

Slide 11 - Open vraag

In de tekening hierna zie je een doorsnede van een oog.
De onderdelen van het oog zijn genummerd.
Functie: Zorgt dat het oog alle voedingsstoffen krijgt die het nodig heeft.

Over welk onderdeel gaat dit?
A
Nummer 6: lens
B
Nummer 11 : vaatvlies
C
Nummer 7: hoornvlies
D
Nummer 8: iris

Slide 12 - Quizvraag


Met welk onderdeel van het oog kun je het oog alle kanten opdraaien?
A
Glasachtig lichaam
B
Vaatvlies
C
Pupil
D
Oogspier

Slide 13 - Quizvraag

Het gekleurde deel van je oog heet de
A
Pupil
B
Lens
C
Iris

Slide 14 - Quizvraag


Welk onderdeel van het oog zorgt voor de hoeveelheid lichtinval in het oog? 
A
Netvlies
B
Pupil
C
Hoornvlies
D
Lens

Slide 15 - Quizvraag

Sleep de omschrijving naar het juiste onderdeel van het oog.
Harde oogvlies
Netvlies
Vaatvlies

Vangt lichtprikkels op
beschermt alles wat binnenin het oog zit
Hierin zitten de bloedvaatjes die stoffen vervoeren die het oog nodig heeft

Slide 16 - Sleepvraag

Welke onderdelen van het oog zie je?

Slide 17 - Open vraag

Wat is GEEN onderdeel van het oog ?
A
Netvlies
B
Vaatvlies
C
Hoornvlies
D
Traanvlies

Slide 18 - Quizvraag

Een uil kan niet met zijn ogen bewegen. Welk onderdeel van de oog mist een uil?
A
Glasachtig lichaam
B
Harde oogvlies
C
Oogspieren
D
Oogzenuw

Slide 19 - Quizvraag

Hoe heet het onderdeel dat als eerst beschadigd raakt als je vuurwerk in je oog krijgt?
A
Hoornvlies
B
Iris
C
Lens
D
Pupil

Slide 20 - Quizvraag

Bouw van het oog: buitenkant
Bescherming oog door:


Oogkas

Slide 21 - Tekstslide

bescherming ogen.

wenkbrouw houdt zweet tegen.
wimpers houdt licht tegen.

tranen maken de ogen schoon.

Slide 22 - Tekstslide

Harde oogvlies en hoornvlies
  • Beschermt het binnenste van het oog.
  • Het hoornvlies is het doorzichtige deel: en beschermt de voorzijde van het oog en laat licht door

Slide 23 - Tekstslide

Waardoor worden onze ogen beschermd?
A
oogleden
B
oogkassen

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het nut van wenkbrouwen?
A
Fel licht tegen houden om je ogen te beschermen
B
Traanvocht maken zodat je ogen vochtig blijven
C
Zorgt ervoor dat er geen vocht in je ogen komt
D
Niks, zitten daar maar gewoon

Slide 25 - Quizvraag

Enkele delen beschermen de ogen tegen te fel licht. Schrijf de nummers op van twee van deze delen.

Slide 26 - Open vraag

welke onderdelen beschermen je ogen?
A
je wimpers
B
je wenkbrauwen
C
het hoornvlies
D
allemaal van de genoemde onderdelen

Slide 27 - Quizvraag

je oogbollen zitten met spieren vast aan de oogkassen, dankzij de oogspieren kunnen je ogen alle kanten op draaien/bewegen.
een klier boven je oog, maakt traanvocht dat je ogen tegen uitdrogen beschermt en het stof wegspoelt.
haren boven je ogen, die je ogen tegen stof en zweet beschermen.
ligt om de iris heen, is het deel van het harde oogvlies wat je kunt zien.
verspreiden traanvocht over je ogen en beschermen je ogen tegen stof en zweet.
opening in de iris, wordt bij weinig licht groter en bij veel licht kleiner.
haren aan de oogleden, die je ogen tegen stof en zweet beschermen.
hierdoor stroomt traanvocht met vuil vanuit je ogen naar je neus.
gekleurde deel van het vaatvlies.
Oogspieren
Traanklieren
Wenkbrauwen
Harde oogvlies
Oogleden
Pupil
Wimpers
Traanbuis
Iris

Slide 28 - Sleepvraag

Beschermen de wimpers de ogen?
A
ja
B
nee

Slide 29 - Quizvraag

Als de zon fel in je ogen schijnt, vernauwen je pupillen zich. Dit gebeurt om je ogen te beschermen tegen te veel lichtinval.
Via welk deel van het centrale zenuwstelsel verlopen de impulsen bij deze reflex?

A
Via de grote hersenen.
B
Via de kleine hersenen.
C
Via de hersenstam.
D
Via het ruggenmerg.

Slide 30 - Quizvraag

Kamelen hebben drie oogleden om hun ogen te beschermen tegen het opvliegende zand.
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Het knipperen met de ogen wordt de ooglidreflex genoemd. Deze reflex kan bijvoorbeeld optreden als iemand een slaande beweging naar je ogen maakt.
Wat is in dit geval de functie van de ooglidreflex?

Slide 32 - Open vraag

2 typen zintuigcellen in het netvlies

Staafjes: nemen zwart/wit/grijs waar, erg gevoelig, liggen verspreid over het netvlies

kegeltjes: nemen kleur waar (rood/blauw/groen), liggen in de gele vlek



Slide 33 - Tekstslide

Kleuren zien
Als de kegeltjes niet goed werken ben je kleurenblind.
  1. Je kunt geheeld kleurenblind zijn(alleen grijstinten)
  2. Maar het kan ook zijn dat 1 of 2 kegeltjes het niet goed doen.

Slide 34 - Tekstslide

Welk vlies bevat de zintuigcellen
"kegeltjes en staafjes"?
A
Netvlies
B
Vaatvlies
C
Harde oogvlies
D
Hoornvlies

Slide 35 - Quizvraag

Met welke zintuigcel zie je wat?
Staafjes
Kegeltjes

Slide 36 - Sleepvraag

Welk deel van het netvlies kan het best kleuren zien?
A
Witte vlek
B
Gele vlek
C
Groene vlek
D
Blinde vlek

Slide 37 - Quizvraag

Kleuren kun je zien door
A
de staafjes in het vaatvlies
B
de staafjes in het netvlies
C
de kegeltjes in het netvlies
D
de kegeltjes in het vaatvlies

Slide 38 - Quizvraag

Pietertje loopt in de schemering. Welke zintuigcellen werken?
A
Kegeltjes en staafjes
B
alleen de kegeltjes
C
alleen de staafjes
D
geen kegeltjes en geen staafjes

Slide 39 - Quizvraag

Licht valt op de staafjes en kegeltjes. Hoe gaat het nu verder?

Slide 40 - Open vraag

Kegeltjes
Staafjes
Kleuren
Beweging
Zwart/Wit
Details
Minder scherp zien
Scherp zien
Dichtbij
Diepte

Slide 41 - Sleepvraag

In tegenstelling van wat vaak wordt gedacht komt een stier niet af op een rode lap, maar juist op de beweging van de lap. Stieren (en koeien) zijn namelijk kleurenblind. Hoe kun je dat in het oog zien?
A
Het oog heeft geen gele vlek.
B
Het oog heeft alleen maar staafjes.
C
Het oog heeft staafjes en kegeltjes.
D
Het oog heeft geen blinde vlek.

Slide 42 - Quizvraag

Wat zijn kleuren
Kleuren zijn licht van verschillende golflengtes

Slide 43 - Tekstslide

Het spectrum
  • Het Kleurspectrum zijn alle kleuren die wij kunnen zien.
  • Een Prisma is een manier om dit uit wit licht zicht baar te maken.

Slide 44 - Tekstslide

Licht
  • Licht is een vorm van straling.
  • Buiten het kleurspectrum heb je twee vormen andere straling:
  • Infrarood en Ultraviolet.
  • Infrarood is voor de kleur rood.
  • Ultraviolet is voorbij de kleur violet.

Slide 45 - Tekstslide

Hoe ging de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 46 - Poll

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 47 - Open vraag

Waar wil je nog extra aandacht aan besteden?

Slide 48 - Open vraag