. Ik kan relevante informatie verzamelen en verwerken ten behoeve van het schrijven.
0 2. Ik kan schrijfstrategieën hanteren.
0 3. Ik kan compenserende schrijfstrategieën kiezen en hanteren.
0 4. Ik kan het schrijfdoel in teksten tot uitdrukking brengen.
0 5. Ik kan het schrijfdoel en taalgebruik richten op verschillende soorten lezerspubliek.
0 6. Ik kan conventies hanteren met betrekking tot schriftelijk taalgebruik.
0 7. Ik kan elektronische hulpmiddelen gebruiken bij het schrijven.
0 8. Ik kan concepten van de tekst herschrijven op basis van geleverd commentaar.