spelling groep 8 thema 8 les 15B

Werkwoorden/thema 8 herhaling
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Werkwoorden/thema 8 herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Stappen verleden tijd
1. Lees de zin.
2. Zoek het onderwerp.
6. Zet de stappen in het schema en controleer.
3.Is het onderwerp enkelvoud of meervoud?
4. Haal de -en van het werkwoord. 
5. Zit de laatste letter in 'T KOFSCHIP X?

Slide 5 - Tekstslide

Stappen voltooid deelwoord.
1. Lees de zin.
2. maak langer
3.Hoor je een -d/-t/-en

Slide 6 - Tekstslide

Stappen bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.
.Eindigt het deelwoord  op d of t? het bevoeglijk naamwoord krijgt een -e.
Eindigt het deelwoord op -en? Dan krijgt het bijvoeglijk naamwoord ook op -en.
Let op: een bijvoeglijk naamwoord is geen werkwoord. Verdeel het woord dus in klankgroepen!!

Slide 7 - Tekstslide

Zijn jullie er klaar voor?!

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de juiste stam (ik vorm) van het werkwoord "gapen".

Slide 9 - Woordweb

Wat is de juiste stam (ik vorm) van het werkwoord "verbazen".

Slide 10 - Woordweb

Wat is de juiste stam (ik vorm) van het werkwoord "leven".

Slide 11 - Woordweb

Wat is de juiste stam (ik vorm) van het werkwoord "verkiezen".

Slide 12 - Woordweb

Wat is de verleden tijd enkelvoud van het werkwoord "fietsen"?

Slide 13 - Woordweb

Wat is de verleden tijd enkelvoud van het werkwoord "landen"?

Slide 14 - Woordweb

Wat is de verleden tijd enkelvoud van het werkwoord "zitten"?

Slide 15 - Woordweb

Wat is de verleden tijd meervoud van het werkwoord "scoren"?

Slide 16 - Woordweb

Welke zin is foutloos geschreven?
A
Hij boodt mij een lekker drankje aan.
B
Ik vistte gisteren bij de Wiel.
C
Ik vond dat helemaal niet raar.
D
Groep 8 oefendt de werkwoorden.

Slide 17 - Quizvraag

Welke zin is foutloos geschreven?
A
Ik beantwoordt de vraag.
B
De groep fietsten naar het kamp.
C
Jij zach dat toch ook?
D
De menigte juichte voor Oranje.

Slide 18 - Quizvraag

inpakken (VD)
Vorige week heb ik nog mijn tas..........

Slide 19 - Open vraag

zweven (VT)
De ballon ...................door de lucht.

Slide 20 - Open vraag

vergroten (BN)
De..............foto is erg mooi geworden.

Slide 21 - Open vraag

stelen
De politie vond de...............spullen terug.

Slide 22 - Open vraag

poetsen
De .....................schoenen glimmen weer.

Slide 23 - Open vraag

achtervolgen
De politie .....................de verdachte.

Slide 24 - Open vraag

eten
Heb jij vandaag al .....................?

Slide 25 - Open vraag

GOED GEOEFEND!!!!

Slide 26 - Tekstslide