H5 Herhaling Communicatie 20 en 21

Welkom h5a!
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Welkom h5a!

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Herhaling communicatie 20 en 21
  3. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

10 minuten lezen

Slide 3 - Tekstslide

Nevenschikkende argumentatie
Enkelvoudige argumentatie
Onderschikkende argumentatie

Slide 4 - Sleepvraag

Een argumentatie kent twee basisstructuren:                           en                              argumentatie. 
Bij de eerste basisstructuur heb je te maken met één standpunt en één argument. De tweede basisstructuur kun je onderverdelen: in (1)                                      argumentatie (een argument wordt ondersteund door één of meerdere subargumenten) en (2)                                   argumentatie (twee of meer argumenten ondersteunen gezamenlijk het standpunt). 
Hier onderscheiden we ook nog                                        en                                               . Bij de eerste zijn alle argumenten nodig om het standpunt te ondersteunen. Bij de tweede vormt elk argument op zich een zelfstandig argument voor het standpunt.
Soms worden in een redenering niet alle argumenten letterlijk genoemd. Je hebt dan te maken met 
nevenschikkende
verzwegen argumenten
afhankelijke
meervoudige
onderschikkende
onafhankelijke
enkelvoudige

Slide 5 - Sleepvraag

Van welk soort argumentatie
is er sprake?
A
enkelvoudige argumenatie
B
onderschikkende argumentatie
C
nevenschikkende argumentatie

Slide 6 - Quizvraag

Van welk soort argumentatie is er sprake?
A
enkelvoudige argumenatie
B
onderschikkende argumentatie
C
nevenschikkende argumentatie

Slide 7 - Quizvraag

Van welk soort argumentatie is er sprake?
A
enkelvoudige argumenatie
B
onderschikkende argumentatie
C
nevenschikkende argumentatie

Slide 8 - Quizvraag

(1) Nederland moet een republiek worden. (2) Het is veel democratischer als ons staatshoofd net als de volksvertegenwoordigers gekozen wordt. (3) Daarnaast kost een president de overheid veel minder dan ons koningshuis. (4) De overheid hoeft dan immers maar één persoon te onderhouden in plaats van een hele familie. 
STANDPUNT
ARGUMENT 1
ARGUMENT 2
SUBARGUMENT 1
(1) Nederland moet een republiek worden.
(4) De overheid hoeft dan immers maar één persoon te onderhouden in plaats van een hele familie. 
(3) Daarnaast kost een president de overheid veel minder dan ons koningshuis. 
(2) Het is veel democratischer als ons staatshoofd net als de volksvertegenwoordigers gekozen wordt. 

Slide 9 - Sleepvraag

Van welk soort argumentatie is er sprake bij de vorige sleepvraag?
A
enkelvoudige argumenatie
B
onderschikkende argumentatie
C
nevenschikkende argumentatie

Slide 10 - Quizvraag

(1) Er moet een databank met DNA van alle Nederlanders komen. (2) Dan zullen er minder misdaden worden gepleegd, (3) omdat mogelijke daders weten dat de pakkans heel groot is.
STANDPUNT
ARGUMENT 1
SUBARGUMENT 1
(3) omdat mogelijke daders weten dat de pakkans heel groot is.
(2) Dan zullen er minder misdaden worden gepleegd,
(1) Er moet een databank met DNA van alle Nederlanders komen. 

Slide 11 - Sleepvraag

Van welk soort argumentatie is er sprake bij de vorige sleepvraag?
A
enkelvoudige argumenatie
B
onderschikkende argumentatie
C
nevenschikkende argumentatie

Slide 12 - Quizvraag

Waarop is deze argumentatie gebaseerd?

Louis van Gaal en Marco van Basten zijn grote voorstanders van het invoeren van zuivere speeltijd bij het voetbal. Laten we er niet langer mee wachten: invoeren die handel.
A
autoriteit
B
voorbeeld
C
oorzaak en gevolg
D
vergelijking

Slide 13 - Quizvraag

Waarop is deze argumentatie gebaseerd?

Mensen zouden wat meer met de fiets naar hun werk moeten gaan, want dat is goed voor het milieu en het is goed voor hun conditie.
A
oorzaak en gevolg
B
voor- en/of nadelen
C
autoriteit
D
voorbeelden

Slide 14 - Quizvraag

Waarop is deze argumentatie gebaseerd?

Het is de hoogste tijd dat de lonen van alle Nederlanders omhoog gaan. De president van De Nederlandsche Bank heeft dat laatst ook in een interview gezegd.
A
oorzaak en gevolg
B
voor- en/of nadelen
C
autoriteit
D
voorbeelden

Slide 15 - Quizvraag

Waarop is deze argumentatie gebaseerd?

Volgens mij wordt het steeds moeilijker om in Amsterdam een betaalbare woning te kopen. Veel investeerders zetten hun geld niet meer op de bank, maar steken hun geld in woningen, die ze voor hoge prijzen verhuren.
A
autoriteit
B
voorbeeld
C
oorzaak en gevolg
D
vergelijking

Slide 16 - Quizvraag

Waarop is deze argumentatie gebaseerd?

Aangezien scooterberijders een helm moeten dragen, lijkt het me niet meer dan logisch dat mensen die op een e-bike rijden dat ook moeten.
A
autoriteit
B
voorbeeld
C
oorzaak en gevolg
D
vergelijking

Slide 17 - Quizvraag

Waarop is deze argumentatie gebaseerd?

Ik denk dat hij zich nauwelijks betrokken voelt bij het bedrijf en zijn collega's. Zo heeft hij zich gisteren ziek gemeld, terwijl hij 's middags wel in de sportschool was.
A
oorzaak en gevolg
B
voor- en/of nadelen
C
autoriteit
D
voorbeelden

Slide 18 - Quizvraag

Waarop is deze argumentatie gebaseerd?

Ik vrees dat de leerkrachten in het basisonderwijs de zo gewenste loonsverhoging niet zullen krijgen; de docenten in het voortgezet onderwijs kregen immers laatst ook niet meer salaris.
A
oorzaak en gevolg
B
voor- en/of nadelen
C
vergelijking
D
voorbeelden

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het standpunt in onderstaande tekst?
Scheiden moet niet duurder gemaakt worden. Als de advocaat- en notariskosten verhoogd worden, zal dat betekenen dat minder ouders gaan scheiden. Dit zal ervoor zorgen dat de kinderen in een huishouden zitten waar elke dag geruzied wordt. Voordat mijn ouders gescheiden waren, was het niet fijn thuis. Elke dag geschreeuw en gescheld, inslapen terwijl er beneden geruzied wordt. De sfeer was altijd gespannen, altijd was er de angst voor meer ruzie. Ik huilde veel.

Slide 20 - Open vraag

Van welke twee argumentatieschema’s is hier sprake? Kies uit: autoriteit, kenmerk of eigenschap, oorzaak en gevolg, vergelijking, voorbeelden en voor- en nadelen.
Scheiden moet niet duurder gemaakt worden. Als de advocaat- en notariskosten verhoogd worden, zal dat betekenen dat minder ouders gaan scheiden. Dit zal ervoor zorgen dat de kinderen in een huishouden zitten waar elke dag geruzied wordt. Voordat mijn ouders gescheiden waren, was het niet fijn thuis. Elke dag geschreeuw en gescheld, inslapen terwijl er beneden geruzied wordt. De sfeer was altijd gespannen, altijd was er de angst voor meer ruzie. Ik huilde veel.

Slide 21 - Open vraag

Wat is het standpunt in onderstaande tekst?
In een evaluatie van het proces-Wilders pleit de commissie-Van Rooy voor meer tv-registraties van rechtszaken. Rechtspraak moet zich in het openbaar afspelen. In een mediasamenleving betekent openbaarheid niet alleen vrije toegang tot de rechtszaal, maar ook zichtbaarheid in de media. Dus dit voorstel moet worden overgenomen, mits de privacy van de verdachten, getuigen en slachtoffers wordt gerespecteerd.

Slide 22 - Open vraag

Van welk argumentatieschema is hier sprake? Kies uit: autoriteit, kenmerk of eigenschap, oorzaak en gevolg, vergelijking, voorbeelden en voor- en nadelen.
In een evaluatie van het proces-Wilders pleit de commissie-Van Rooy voor meer tv-registraties van rechtszaken. Rechtspraak moet zich in het openbaar afspelen. In een mediasamenleving betekent openbaarheid niet alleen vrije toegang tot de rechtszaal, maar ook zichtbaarheid in de media. Dus dit voorstel moet worden overgenomen, mits de privacy van de verdachten, getuigen en slachtoffers wordt gerespecteerd.

Slide 23 - Open vraag

Wat is het standpunt in onderstaande tekst?
In sommige gevallen is het beter om een zwangerschap te voorkomen. In mijn praktijk ben ik het volgende geval tegengekomen: een moeder die verslaafd is aan de cocaïne en die twee jongetjes heeft. Beiden zijn gehandicapt en liepen een hersenbeschadiging op door de verslaving van hun moeder. Zij zijn nu bij een pleeggezin ondergebracht en nu verwacht hun moeder een derde kind. De pleegmoeder kan het derde kind niet meer verzorgen, omdat zij haar handen al vol heeft aan die twee jongens.

Slide 24 - Open vraag

Van welk argumentatieschema is hier sprake? Kies uit: autoriteit, kenmerk of eigenschap, oorzaak en gevolg, vergelijking, voorbeelden en voor- en nadelen.
In sommige gevallen is het beter om een zwangerschap te voorkomen. In mijn praktijk ben ik het volgende geval tegengekomen: een moeder die verslaafd is aan de cocaïne en die twee jongetjes heeft. Beiden zijn gehandicapt en liepen een hersenbeschadiging op door de verslaving van hun moeder. Zij zijn nu bij een pleeggezin ondergebracht en nu verwacht hun moeder een derde kind. De pleegmoeder kan het derde kind niet meer verzorgen, omdat zij haar handen al vol heeft aan die twee jongens.

Slide 25 - Open vraag

Wat is het standpunt in onderstaande tekst?
In het kader van de strijd tegen de vrouwenhandel zou de overheid het bezoek aan een prostituee strafbaar moeten stellen. Niet de prostituee, maar de klant, de hoerenloper, moet aangepakt worden. Je zult zien dat het aantal slachtoffers van gedwongen prostitutie lager zal worden, net zoals dat in Zweden het geval was nadat daar de bezoekers van prostituees strafbaar werden.

Slide 26 - Open vraag

Van welke twee argumentatieschema's is hier sprake? Kies uit: autoriteit, kenmerk of eigenschap, oorzaak en gevolg, vergelijking, voorbeelden en voor- en nadelen.
In het kader van de strijd tegen de vrouwenhandel zou de overheid het bezoek aan een prostituee strafbaar moeten stellen. Niet de prostituee, maar de klant, de hoerenloper, moet aangepakt worden. Je zult zien dat het aantal slachtoffers van gedwongen prostitutie lager zal worden, net zoals dat in Zweden het geval was nadat daar de bezoekers van prostituees strafbaar werden.

Slide 27 - Open vraag

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: woensdag 29 november
  • Huiswerk: leren theorie Communicatie 2 t/m 7 en 19 t/m 21 (p. 56-67 en p.102-107)
  • Meenemen: LAPTOP en leesboek
  • Programma: Communicatie 22: drogredenen

Slide 28 - Tekstslide