In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
PW Biologie
3.6 + 4.1 + 6.1 t/m 6.4
Hoe/wat leren?
Slide 1 - Tekstslide
Oefentoets thema 6
Basisstof 1 - Je omgeving waarnemen
Basisstof 2 - Voelen, ruiken en proeven
Basisstof 3 - Horen en zien
Basisstof 4 - Het zenuwstelsel
3.6 + 4.1
Slide 2 - Tekstslide
Opmerkingen
PW th 2: Wicher
Zoekkaart + kwartetspel ingeleverd?
Slide 3 - Tekstslide
7e uur BIO PW thema 5 bespreken! Lokaal n01
Slide 4 - Tekstslide
Zet de organisatieniveaus in de juiste volgorde
Orgaan
Weefsel
Organisme
Orgaan
stelsel
Cel
Slide 5 - Sleepvraag
Domein 1 (HAVO)
Domein 2
Domein 3
Rijken van domein 3
Planten
Archaea
Dieren
Bacterie
Schimmel
Eukaryoten
Slide 6 - Sleepvraag
Welke cel hoort bij welk domein/rijk?
Schimmels
Dieren
Planten
Bacteriën
Slide 7 - Sleepvraag
Schimmel
Bacterie
Plantaardige cel
Dierlijke cel
Slide 8 - Sleepvraag
Een zintuig is een orgaan dat impulsen opvangt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quizvraag
De hoornlaag beschermt je huid tegen uitdroging.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Bloedvaten komen voor in de kiemlaag van de huid.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Een mens heeft meer typen reukzintuigcellen dan typen smaakzintuigcellen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Annette pakt haar pen op. Zij voelt haar pen, doordat in de tastzintuigen impulsen ontstaan.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quizvraag
De hoornlaag bestaat uit dode cellen. Deze cellen zijn ontstaan in de lederhuid.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Het ruggenmerg verbindt alle delen van je lichaam met het centrale zenuwstelsel.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quizvraag
De buis van Eustachius verbindt de trommelholte met de keelholte.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Als je minder eet dan nodig is, wordt er reservevoedsel (vet) gebruikt. Waar zit dat vet in je lichaam?
A
In de hoornlaag
B
In de kiemlaag
C
In de lederhuid
D
In het onderhuidse bindweefsel
Slide 17 - Quizvraag
Henk neemt een tatoeage. In welke laag van de huid moet de tatoeage aangebracht worden om te blijven zitten?
A
In de hoornlaag
B
In de kiemlaag
C
In de lederhuid
D
In het onderhuidse bindweefsel
Slide 18 - Quizvraag
In een oor kunnen geluidstrillingen door onder andere de gehoorbeentjes, de gehoorgang en het trommelvlies gaan. Wat is de juiste volgorde van deze delen, van buiten het oor naar binnen?
A
Gehoorbeentjes – gehoorgang – trommelvlies
B
Gehoorgang – gehoorbeentjes – trommelvlies
C
Gehoorgang – trommelvlies – gehoorbeentjes
D
Trommelvlies – gehoorgang – gehoorbeentjes
Slide 19 - Quizvraag
In de afbeelding is een doorsnede van een deel van het hoofd schematisch getekend. Bevinden zich in orgaan P koudezintuigen? En pijnpunten?
A
Zowel koudezintuigen als pijnpunten.
B
Alleen koudezintuigen.
C
Alleen pijnpunten.
D
Geen koudezintuigen en geen pijnpunten.
Slide 20 - Quizvraag
Jane en Cilly gaan samen naar het circus. Daar zijn veel spectaculaire acts. Vooral de trapeze vallen bij de meiden in de smaak. Bij de trapeze gaan drie artiesten hoog in de lucht allerlei moeilijke acrobatische toeren uitvoeren (zie afbeelding). Welke zintuigen zijn erg belangrijk bij de artiesten op de trapeze?
A
Gehoorzintuig
B
Gezichtszintuig
C
Reukzintuig
D
Tastzintuig
Slide 21 - Quizvraag
Vier leerlingen doen een uitspraak over de afbeelding. Anja zegt dat in die afbeelding een deel van de tong is getekend. Boris zegt dat in die afbeelding een deel van de huid is getekend. Caspar zegt dat P een smaakknopje aangeeft. Diane zegt dat P een tastknopje aangeeft.
Welke leerlingen hebben gelijk?
A
Anja en Casper
B
Boris en Casper
C
Anja en Diane
D
Boris en Diane
Slide 22 - Quizvraag
Welk nummer is geen deel van het centrale zenuwstelsel?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 23 - Quizvraag
John is bij een duik in het zwembad heel ongelukkig terechtgekomen. Daardoor is er een breuk in zijn ruggenmerg ontstaan, zodat dit geheel doormidden is. Wat is het gevolg voor het deel van zijn lichaam beneden de breuk?
Slide 24 - Open vraag
Zet in de juiste volgorde.
1.
2.
3.
4.
Een impuls gaat naar de hersenen.
Een lage temperatuur bereikt de koudezintuigen.
Het meisje voelt dat het water koud is.
Koudezintuigen zetten prikkels om in impulsen
Slide 25 - Sleepvraag
Hoe heet onderdeel 12?
Slide 26 - Open vraag
Hoe heet onderdeel 9?
Slide 27 - Open vraag
Wat is de weg van het geluid naar je hersenen?
gehoorbeentjes trillen
vocht in het slakkenhuis trilt
zintuigcellen zetten prikkel om in impulsen
impulsen gaan naar hersenen
geluid zorgt voor trillingen in de lucht
trommelvlies gaat trillen
Slide 28 - Sleepvraag
Zintuigen
Prikkels
ogen
oren
neus
tong
huid
muziek luisteren
Parfum ruiken
vuurwerk kijken
deken voelen
Slide 29 - Sleepvraag
In de afbeelding is een doorsnede van de huid en van het onderhuidse bindweefsel schematisch getekend. Met welk nummer is een zweetklier aangegeven?
Slide 30 - Open vraag
Iemand heeft snel last van vet haar. Welke stof wordt bij deze persoon veel geproduceerd door de hoofdhuid?
Slide 31 - Open vraag
Koppel het juiste begrip aan het juiste voorbeeld.
Geluid
Elektrisch signaaltje
Gehoorzenuw
Smaakknopje
Oor
Zenuw
Zintuig
Impuls
Prikkel
Zintuigcel
Slide 32 - Sleepvraag
Ella wordt geknepen door haar zusje, ze trekt haar arm terug.
Zet de woorden in de juiste volgorde.
Ruggenmerg
Ruggenmerg
Spieren
Bewustwording
Zintuigcel
Hersenen
Impulsen in zenuwen
Impulsen in zenuwen
Prikkel
Slide 33 - Sleepvraag
In de afbeelding zie je een afbeelding van een Boxer en een Duitse Dog. Hoe goed een hond kan ruiken, verschilt per ras.
Welke van deze twee hondenrassen kan beter ruiken, de boxer of de Duitse Dog? Leg je antwoord uit.